DALI Versie 7: Overzicht van wijzigingen



Nieuw



Wijzigingen

HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Groenvoorzieningen - Beschermen te handhaven beplantingUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpBomen - Boombescherming
Vorige versieBij werkzaamheden nabij bomen dienen de bomen beschermd te worden met bouwhekken: Verwijs naar de eisen uit het Handboek Bomen 2018 van het Norminstituut Bomen!
• De bouwhekken dienen minimaal een gebied van 6 x 6 m om de boom te omsluiten én minimaal de kroonprojectie van de boom te omsluiten.
• De bouwhekken dienen in een betonnen voet geplaatst te worden.
• De hoogte van de hekken dient ca. 2,00 m te bedragen.
Nieuwe versieBij werkzaamheden nabij bomen dienen de bomen beschermd te worden met bouwhekken: Verwijs naar de eisen uit het Handboek Bomen 2022 van het Norminstituut Bomen!
• De bouwhekken dienen minimaal 1,5 meter uit de kroonprojectie van de boom te staan. De afmeting van het afgezette gebied is dus afhankelijk van de kroonprojectie!
• De bouwhekken dienen in een betonnen voet geplaatst te worden.
• De bouwhekken dienen niet zonder speciaal gereedschap te openen te zijn
• De hoogte van de hekken dient ca. 2,00 m te bedragen.

Onderwerp - SubonderwerpBomen - Boombescherming
Vorige versieDe bodem die bereden wordt rondom de boom beschermen met rijplaten.
Nieuwe versieDe bodem die bereden wordt rondom de boom beschermen met rijplaten met daaronder 10 centimeter zoet zand om de druk van de platen beter te verdelen.

Onderwerp - SubonderwerpBomen - Boombescherming
Vorige versieBij werkzaamheden nabij bomen dienen in geval van beperkte werkruimte de bomen beschermd te worden d.m.v. een stam-ommanteling van houten delen:
• De dikte van de houten delen dient ten minste 22 mm te zijn.
• De breedte van de houten delen dient tenminste 75 mm te zijn.
• De houten delen dienen verbonden te zijn d.m.v. staaldraad
Nieuwe versieBij werkzaamheden nabij bomen dienen in geval van beperkte werkruimte de bomen beschermd te worden d.m.v. een stam-ommanteling van houten delen met daaronder flexibele drainbuizen:
• De dikte van de houten delen dient ten minste 22 mm te zijn.
• De breedte van de houten delen dient tenminste 75 mm te zijn.
• De houten delen dienen verbonden te zijn d.m.v. staaldraad



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Groenvoorzieningen - Beschermen te handhaven beplantingUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpBomen - Graaafwerkzaamheden
Vorige versieIn de wortelzone (binnen de kroonprojectie) is machinaal graven niet toegestaan. In deze zone mag uitsluitend volgens bestek/voorschrift in handkracht worden gegraven. Verwijs naar de eisen uit het Handboek Bomen 2018 van het Norminstituut Bomen! En dus ook de bijbehorende poster.
Nieuwe versieIn de wortelzone (binnen de kroonprojectie) is machinaal graven niet toegestaan. In deze zone mag uitsluitend volgens bestek/voorschrift in handkracht worden gegraven. Verwijs naar de eisen uit het Handboek Bomen 2022 van het Norminstituut Bomen! En dus ook de bijbehorende poster.

Onderwerp - SubonderwerpBomen - Graaafwerkzaamheden
Vorige versieUitsluitend in overleg met de directie kunnen incidenteel wortels tot een doorsnede van 4 cm recht worden doorgezaagd (niet trekken en/of scheuren). Dikkere wortels mogen nooit doorgezaagd worden. Verwijs naar de eisen uit het Handboek Bomen 2018 van het Norminstituut Bomen!
Nieuwe versieUitsluitend in overleg met de directie kunnen incidenteel wortels tot een doorsnede van 4 cm recht worden doorgezaagd (niet trekken en/of scheuren). Dikkere wortels mogen nooit doorgezaagd worden. Verwijs naar de eisen uit het Handboek Bomen 2022 van het Norminstituut Bomen!

Onderwerp - SubonderwerpBomen - Graaafwerkzaamheden
Vorige versieAls dikkere wortels aangetroffen worden dient de bomenploeg te worden gevraagd. Zij beoordelen wat de mogelijkheden zijn en zullen, als dat kan, handelen.
Nieuwe versieAls dikkere wortels aangetroffen worden dient de toezichthouder bomen te worden gevraagd. Hij beoordeelt wat de mogelijkheden zijn.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Groenvoorzieningen - Beschermen te handhaven beplantingUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpBomen - Schade
Vorige versieDe hoogte van het schadebedrag wordt bepaald door de aard en omvang van de toegebrachte schade en de boomwaarde volgens de "Methode NVTB" voor de waardebepaling van bomen dan wel de Standaard RAW-bepalingen. Het rekenmodel boomwaarde is ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen en wordt ook wel Methode NVTB genoemd.
Nieuwe versieDe hoogte van het schadebedrag wordt bepaald door de aard en omvang van de toegebrachte schade en de boomwaarde volgens de "Methode NVTB" voor de waardebepaling van bomen dan wel de Standaard RAW-bepalingen. Het rekenmodel boomwaarde is ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen en wordt ook wel Methode NVTB genoemd.

Indien er sprake is van aantoonbare bodemverdichting, dan dient deze op een juiste en duurzame manier worden opgelost (opheffen bodemverdichting), bijvoorbeeld via de TFI methode



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Groenvoorzieningen - Beschermen te handhaven beplantingUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpBomen - Bouwplaats/bouwverkeer
Vorige versieBinnen de kroonprojectie mogen geen bouw- en directieketen staan. Verwijs naar de eisen uit het Handboek Bomen 2018 van het Norminstituut Bomen!
Nieuwe versieBinnen de kroonprojectie mogen geen bouw- en directieketen staan. Verwijs naar de eisen uit het Handboek Bomen 2022 van het Norminstituut Bomen!

Onderwerp - SubonderwerpBomen - Bouwplaats/bouwverkeer
Vorige versieOpslag van olie, brandstoffen en chemicaliën moet aan de wettelijke eisen voldoen. Deze stoffen mogen nooit binnen de kroonprojectie worden opgeslagen. Verwijs naar de eisen uit het Handboek Bomen 2018 van het Norminstituut Bomen!
Nieuwe versieOpslag van olie, brandstoffen en chemicaliën moet aan de wettelijke eisen voldoen. Deze stoffen mogen nooit binnen de kroonprojectie worden opgeslagen. Verwijs naar de eisen uit het Handboek Bomen 2022 van het Norminstituut Bomen!



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
HondenuitlaatplaatsenStedenbouwkundig niveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpBeleid - Algemeen
Vorige versieIn heel Purmerend geldt een aanlijn- en opruimplicht, met uitzondering van de door het college aangewezen uitlaatvoorzieningen (uitlaatstroken, losloopgebieden, uitrenvelden) en "verboden voor honden"-gebieden.
Nieuwe versieIn heel Purmerend geldt een aanlijn- en opruimplicht, met uitzondering van de door het college aangewezen uitlaatvoorzieningen (uitlaatstroken, losloopgebieden, uitrenvelden) en "verboden voor honden"-gebieden.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Algemeen
Vorige versieHet uitgangspunt van ordening en uniforme ligging van ondergrondse infrastructuur is een optimaal gebruik van de openbare ruimte, een ongestoorde exploitatie van leidingen, het optimaliseren van veiligheid en beperken van overlast.
Nieuwe versieHet uitgangspunt van ordening en uniforme ligging van ondergrondse infrastructuur is een optimaal gebruik van de openbare ruimte, een ongestoorde exploitatie van leidingen, het optimaliseren van veiligheid en beperken van overlast.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Algemeen
Vorige versieVoor het uitvoeren van graafwerkzaamheden ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen onder elementenverhardingen in openbare wegen, draagt de gemeente (coördinator ondergrondse infrastructuur) zorg voor het beschikbaar stellen van het te volgen tracé.
Nieuwe versieVoor het uitvoeren van graafwerkzaamheden ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen onder elementenverhardingen in openbare wegen, draagt de gemeente (coördinator ondergrondse infrastructuur) zorg voor het beschikbaar stellen van het te volgen tracé.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Algemeen
Vorige versieBij het bepalen van een tracé dient te allen tijde rekening te worden gehouden met de bovengrondse infrastructuur. Objecten zijn onder andere: wegen, spoorwegen, waterlopen, voetpaden, kademuren, viaducten, tunnels, naastliggende leidingen, bomen, gebouwen, stalen objecten zoals damwanden, klimaatadaptieve maatregelen, (zoals ondergrondse waterberging, wadi, groenstrook, waterplein).
Nieuwe versieBij het bepalen van een tracé dient te allen tijde rekening te worden gehouden met de bovengrondse infrastructuur. Objecten zijn onder andere: wegen, spoorwegen, waterlopen, voetpaden, kademuren, viaducten, tunnels, naastliggende leidingen, bomen, gebouwen, stalen objecten zoals damwanden, klimaatadaptieve maatregelen, (zoals ondergrondse waterberging, wadi, groenstrook, waterplein).

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Algemeen
Vorige versieAndersom geldt ook dat bij het ontwikkelen of wijzigen van bovengrondse infrastructuur rekening moet worden gehouden met ondergrondse infrastructuur en dienen wijzigingen zo veel mogelijk te worden vermeden.
Nieuwe versieAndersom geldt ook dat bij het ontwikkelen of wijzigen van de bovengrondse infrastructuur rekening moet worden gehouden met de ondergrondse infrastructuur en dienen wijzigingen zo veel mogelijk te worden vermeden. Speciale aandacht dient te worden genomen bij ontwikkelingen of wijzigingen van bovengrondse infrastructuur bij de kabels en leidingen waarbij er door de netbeheerder een eis extra voorzorgmaatregel in de Klic is opgenomen.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Algemeen
Vorige versieVoor het leggen en in stand houden van kabels en leidingen onder andersoortige verhardingsconstructies, door of over water, worden door de netbeheerder en de gemeente zo nodig afzonderlijke afspraken gemaakt. Bij het vervangen van kunstwerken worden bestaande kabels en leidingen losgekoppeld van kunstwerken. Het aanbrengen van kabels en leidingen in kunstwerken is niet toegestaan.
Nieuwe versieVoor het leggen en in stand houden van kabels en leidingen onder andersoortige verhardingsconstructies, door of over water, worden door de netbeheerder en de gemeente zo nodig afzonderlijke afspraken gemaakt. Bij het vervangen van kunstwerken worden bestaande kabels en leidingen losgekoppeld van kunstwerken. Het aanbrengen van kabels en leidingen in kunstwerken is niet toegestaan.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Algemeen
Vorige versieEen kabels- en leidingentracé onder gesloten verharding is mogelijk indien de leiding in goede staat is en uit een aaneengesloten deel bestaat. Dit dient in overleg met de coördinator ondergrondse infrastructuur en netbeheerders te worden afgestemd.
Nieuwe versieEen kabels- en leidingentracé onder gesloten verharding is mogelijk indien de leiding in goede staat is en uit een aaneengesloten deel bestaat. Dit dient in overleg met de coördinator ondergrondse infrastructuur en netbeheerders te worden afgestemd.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Algemeen
Vorige versieDe kabels en leidingen die in de ondergrond van Purmerend voorkomen zijn onder te verdelen in de volgende disciplines:
• Water;
• Laag-, midden en hoogspanning;
• Warmteleidingen (stadsverwarming);
• Gas (indien geen stadsverwarming);
• Data- /Telecommunicatie;
• Riolering, persleidingen;
• Drainage, Waterbergende weg (ondergrondse rivier)
Nieuwe versieDe kabels en leidingen die in de ondergrond van Purmerend voorkomen zijn onder te verdelen in de volgende disciplines:
• Water;
• Laag-, midden en hoogspanning;
• Warmteleidingen (stadsverwarming);
• Gas (indien geen stadsverwarming);
• Data- /Telecommunicatie;
• Riolering, persleidingen;
• Drainage, Waterbergende weg (ondergrondse rivier)

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Algemeen
Vorige versieIn een wijk of gebied waar stadsverwarming wordt gelegd, zal over het algemeen geen gasleiding worden gelegd.
Nieuwe versieIn een wijk of gebied waar stadsverwarming wordt gelegd, zal over het algemeen geen gasleiding worden gelegd.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Algemeen
Vorige versieKabel- en leidingstroken (behoudens noodzakelijke oversteken) niet onder gesloten verharding, rijweg of parkeerstroken situeren, tenzij er geen andere mogelijkheid is. Afwijkende situaties vooraf met coördinator ondergrondse infrastructuur afstemmen.
Nieuwe versieKabel- en leidingstroken (behoudens noodzakelijke oversteken) mogen niet onder gesloten verharding, rijweg of parkeerstroken gesitueerd worden, tenzij er geen andere mogelijkheid is. Afwijkende situaties vooraf met coördinator ondergrondse infrastructuur afstemmen.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Algemeen
Vorige versieIn de (aan te brengen) bestrating boven een kabel- en leidingstrook dienen alle noodzakelijke straatpotten ten behoeve van brandkranen, afsluiters en dienstkranen opgenomen te (kunnen) worden.
Nieuwe versieIn de (aan te brengen) bestrating boven een kabel- en leidingstrook dienen alle noodzakelijke straatpotten ten behoeve van brandkranen, afsluiters en dienstkranen opgenomen te (kunnen) worden.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Algemeen
Vorige versieHet gebruik van puinfunderingen en menggranulaat boven kabel- en leidingstroken dient te worden voorkomen of in overleg met de coördinator ondergrondse infrastructuur en netbeheerders te worden afgestemd.
Nieuwe versieHet gebruik van puinfunderingen en menggranulaat boven kabel- en leidingstroken dient te worden voorkomen of in overleg met de coördinator ondergrondse infrastructuur en de desbetreffende netbeheerders te worden afgestemd.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Algemeen
Vorige versieBoven bestaande leidingen mogen geen obstakels worden geplaatst. Indien geen andere oplossing mogelijk, dan in overleg met leidingexploitant maatregel treffen.
Nieuwe versieBoven bestaande leidingen mogen geen obstakels worden geplaatst. Indien geen andere oplossing mogelijk, dan in overleg met de desbetreffende netbeheerder maatregelen treffen.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Horizontale ligging
Vorige versieDe gemeente reserveert in overleg met de netbeheerder een beschikbaar profiel voor te leggen kabels en/of leidingen en geeft daarin voor iedere netbeheerder de ligging van de leidingen aan.
Nieuwe versieDe gemeente reserveert in overleg met de netbeheerder een beschikbaar profiel voor te leggen kabels en/of leidingen en geeft daarin voor iedere netbeheerder de ligging van de leidingen aan.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Horizontale ligging
Vorige versieDe gemeente hanteert in nieuwbouw en herontwikkeling een uniform ondergronds profiel conform Standaard Kabel en Leidingprofiel, zie bijlage 126.
Nieuwe versieDe gemeente hanteert in nieuwbouw en herontwikkeling een uniform ondergronds profiel conform Standaard Kabel en Leidingprofiel, zie bijlage.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Horizontale ligging
Vorige versieWaar in bestaande, ingerichte gebieden renovatie van kabels en leidingen plaatsvindt, zal er naar gestreefd worden de nieuwe kabels en leidingen volgens profiel te leggen.
Nieuwe versieWaar in bestaande, ingerichte gebieden renovatie van kabels en leidingen plaatsvindt, zal er naar gestreefd worden de nieuwe kabels en leidingen volgens profiel te leggen.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Horizontale ligging
Vorige versieIs het niet mogelijk de kabels volgens het standaardprofiel te leggen dan zal in overleg met de netbeheerders tot een afwijkend profiel gekomen worden.
Nieuwe versieIs het niet mogelijk de kabels volgens het standaardprofiel te leggen dan zal in overleg met de netbeheerders tot een afwijkend profiel gekomen worden.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Horizontale ligging
Vorige versieDe netbeheerder wijkt niet af van de overeengekomen plaats tenzij in overleg en met voorafgaande toestemming van de gemeente.
Nieuwe versieDe netbeheerder wijkt niet af van de overeengekomen plaats tenzij in overleg en met voorafgaande toestemming van de gemeente.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Horizontale ligging
Vorige versieAlle tot een leiding behorende appendages dienen in het toegewezen tracé te worden geplaatst. Indien geen plaats in het tracé dan wordt door de coördinator ondergrondse infrastructuur een andere locatie vastgesteld met zo min mogelijk verstoring van aanwezige kabels en leidingen.
Nieuwe versieAlle tot een leiding behorende appendages dienen in het toegewezen tracé te worden geplaatst. Indien geen plaats in het tracé dan wordt door de coördinator ondergrondse infrastructuur een andere locatie vastgesteld met zo min mogelijk verstoring van aanwezige kabels en leidingen.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Horizontale ligging
Vorige versieDe locatie van handholes e.d. worden in overleg met de coördinator ondergrondse infrastructuur vastgesteld.
Nieuwe versieDe locatie van handholes e.d. worden in overleg met de coördinator ondergrondse infrastructuur vastgesteld.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Horizontale ligging
Vorige versieEen handhole mag niet op- of tegen kabels of leidingen worden geplaatst en moet een minimale dekking van 0,35 m hebben.
Nieuwe versieEen handhole mag niet op- of tegen kabels of leidingen worden geplaatst en moet een minimale dekking van 0,35 m hebben.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Horizontale ligging
Vorige versieMet klimaatverandering in acht genomen, streeft de gemeente voor nieuw aan te leggen groenvoorzieningen gereserveerde plantvakken na zonder kabels en leidingen.
Nieuwe versieMet klimaatverandering in acht genomen, streeft de gemeente voor nieuw aan te leggen groenvoorzieningen gereserveerde plantvakken na zonder kabels en leidingen.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Horizontale ligging
Vorige versieDe minimale horizontale afstand tussen riool, waarvan de BOB zich 2,0 meter onder straathoogte bevindt en een kabel- en leidingstrook bedraagt 1,0 meter.
Nieuwe versieDe minimale horizontale afstand tussen riool, waarvan de BOB zich 2,0 meter onder straathoogte bevindt en een kabel- en leidingstrook bedraagt 1,0 meter.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Horizontale ligging
Vorige versieWarmteleidingen bij gesloten verharding onder de parkeervakken of aan andere zijde van de weg situeren. Bij elementverharding in de parkeervakken, onder de weg of andere zijde van de weg.
Nieuwe versieWarmteleidingen bij gesloten verharding onder de parkeervakken of aan andere zijde van de weg situeren. Bij elementverharding in de parkeervakken, onder de weg of andere zijde van de weg.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Verticale ligging
Vorige versieDe verticale ligging die gehanteerd wordt is weergegeven in legschema bijlage 8.2.
Nieuwe versieDe verticale ligging die gehanteerd wordt is weergegeven in bijlage Legschema Ondergrondse Infrastructuur

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Verticale ligging
Vorige versieDe uitgangspunten bij verticale ligging zijn:
• Distributieleidingen liggen ondieper dan transportleidingen.
• Vrijverval leidingen hebben voorrang boven overige (druk)leidingen.
• Bij kruisen van kabels en/of leidingen bedraagt de tussenruimte ≥ 0,20 m.
• Huisaansluitingen zover mogelijk haaks op het distributienet aanleggen.
• Bij alle types boringen dient de minimale dekking 0,80 m te bedragen.
• CAI, telecom en laagspanning minimaal 0,50 monder maaiveld.
• Middenspanning op minimaal 0,70 m onder maaiveld.
• Waterleiding op minimaal 0,90 m onder het maaiveld.
• Warmteleidingen op minimaal 1,00 m onder maaiveld.
• Minimale dekking van riool is het polderpeil dat op die locatie heerst.
Nieuwe versieDe uitgangspunten bij verticale ligging zijn:
• Distributieleidingen liggen ondieper dan transportleidingen.
• Vrijverval leidingen hebben voorrang boven overige (druk)leidingen.
• Bij kruisen van kabels en/of leidingen bedraagt de tussenruimte ≥ 0,20 m.
• Huisaansluitingen zover mogelijk haaks op het distributienet aanleggen.
• Bij alle types boringen dient de minimale dekking 0,80 m te bedragen.
• CAI, telecom en laagspanning minimaal 0,50 monder maaiveld.
• Middenspanning op minimaal 0,70 m onder maaiveld.
• Waterleiding op minimaal 0,90 m onder het maaiveld.
• Warmteleidingen op minimaal 1,00 m onder maaiveld.
• Minimale dekking van riool is het polderpeil dat op die locatie heerst.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Nieuwe kabels en leidingen
Vorige versieBij aanleg van kabels en leidingen van dezelfde discipline /netbeheerder, worden de nieuwe leidingen op dezelfde diepte gelegd als de bestaande leidingen in het aangewezen tracé.
Nieuwe versieBij aanleg van kabels en leidingen van dezelfde discipline /netbeheerder, worden de nieuwe leidingen op dezelfde diepte gelegd als de bestaande leidingen in het aangewezen tracé.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Nieuwe kabels en leidingen
Vorige versieBij warmteleidingen of riool worden zo nodig bestaande kruisende kabels/ leidingen in diepte aangepast.
Nieuwe versieBij warmteleidingen of riool worden zo nodig bestaande kruisende kabels/ leidingen in diepte aangepast.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Nieuwe kabels en leidingen
Vorige versieDe netbeheerder kan verplicht worden, voorafgaand aan de vaststelling van het definitieve tracé onderzoek (bijv. proefsleuf) te doen naar de ligging gegevens van te kruisen leidingen.
Nieuwe versieDe netbeheerder kan verplicht worden, voorafgaand aan de vaststelling van het definitieve tracé onderzoek (bijv. proefsleuf) te doen naar de ligging gegevens van te kruisen leidingen.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Nieuwe kabels en leidingen
Vorige versieBrandkranen hoeven niet dichter dan 80 meter vanaf elkaar te liggen. De afstand is afhankelijk van het type bouw. Per bouw advies opvragen bij de Brandweer.
Nieuwe versieBrandkranen hoeven niet dichter dan 80 meter vanaf elkaar te liggen. De afstand is afhankelijk van het type bouw. Per bouw advies opvragen bij de Brandweer.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Nieuwe kabels en leidingen
Vorige versieDe aanleg van kabels en leidingen moet zo mogelijk in combinatie met werkzaamheden van de gemeente en andere nutsbedrijven worden uitgevoerd.
Nieuwe versieDe aanleg van kabels en leidingen moet zo mogelijk in combinatie met werkzaamheden van de gemeente en andere netbeheerders worden uitgevoerd.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Boringen en mantelbuizen
Vorige versieBij kruisen van wegen, of andere daarvoor in aanmerking komende plaatsen kan de gemeente in overleg met de netbeheerder het aanbrengen van mantelbuis,
het maken van een doorpersing of een gestuurde boring verplichten.
Nieuwe versieBij kruisen van wegen, of andere daarvoor in aanmerking komende plaatsen kan de gemeente in overleg met de netbeheerder het aanbrengen van een mantelbuis,
het maken van een doorpersing of een gestuurde boring verplichten.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Boringen en mantelbuizen
Vorige versieHet aanbrengen van mantelbuizen d.m.v. persingen, boren c.q. anderszins dient van te voren te worden aangekondigd bij en goedgekeurd te worden door de
coördinator ondergrondse infrastructuur i.s.m. beheerder wegen.
Nieuwe versieHet aanbrengen van mantelbuizen d.m.v. persingen, boren c.q. anderszins dient van te voren te worden aangekondigd bij en goedgekeurd te worden door de
coördinator ondergrondse infrastructuur i.s.m. beheerder wegen.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Boringen en mantelbuizen
Vorige versieBij boringen/persingen in welke vorm ook, is de diepteligging afhankelijk van de situatie ter plaatse. De minimale verticale dagmaat ten opzichte van de te kruisen leidingen bedraagt tenminste 0,50 meter waarbij de te boren/persen leiding onder de bestaande leiding(en) dient te worden gevoerd. Genoemde minimale verticale dagmaat dient aantoonbaar te worden gegarandeerd om schade aan de te kruisen leidingen te voorkomen.
Nieuwe versieBij boringen/persingen in welke vorm ook, is de diepteligging afhankelijk van de situatie ter plaatse. De minimale verticale dagmaat ten opzichte van de te kruisen leidingen bedraagt tenminste 0,50 meter waarbij de te boren/persen leiding onder de bestaande leiding(en) dient te worden gevoerd. Genoemde minimale verticale dagmaat dient aantoonbaar te worden gegarandeerd om schade aan de te kruisen leidingen te voorkomen.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Boringen en mantelbuizen
Vorige versieBij het kruisen van wegen en te handhaven groenstructuren dienen leidingen, mantelbuizen etc. haaks te worden aangelegd.
Nieuwe versieBij het kruisen van wegen en te handhaven groenstructuren dienen leidingen, mantelbuizen etc. haaks te worden aangelegd.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Boringen en mantelbuizen
Vorige versieBij nieuwe projecten en/of herinrichting dienen mantelbuizen onder de rijwegen/kruispunten (element + asfalt) mee gelegd te worden. Bij voorkeur wordt direct een reserve mantelbuis aangelegd.
Nieuwe versieBij nieuwe projecten en/of herinrichting dienen mantelbuizen onder de rijwegen/kruispunten (element + asfalt) mee gelegd te worden. Bij voorkeur wordt direct een reserve mantelbuis aangelegd.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Boringen en mantelbuizen
Vorige versieMantelbuizen van de gemeente dienen grijs PVC of PE te zijn.
Nieuwe versieMantelbuizen van de gemeente dienen grijs PVC of PE te zijn.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Boringen en mantelbuizen
Vorige versieBoringen c.q. mantelbuizen moeten aan weerszijde van de weg 0,50 meter buiten de verharding van de rijbaan steken.
Nieuwe versieBoringen c.q. mantelbuizen moeten aan weerszijde van de weg 0,50 meter buiten de verharding van de rijbaan steken.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Boringen en mantelbuizen
Vorige versieIndien een gemeentelijke (lege) mantelbuis aanwezig is, dient deze gebruikt te worden voor de aan te leggen kabels. Deze worden dan ten overname aangeboden
aan de betreffende gebruiker/netbeheerder.
Nieuwe versieIndien een gemeentelijke (lege) mantelbuis aanwezig is, dient deze gebruikt te worden voor de aan te leggen kabels. Deze worden dan ten overname aangeboden
aan de betreffende gebruiker/netbeheerder.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Rijzen bestaande kabels en leidingen
Vorige versieHet rijzen van leidingen dient zo veel mogelijk in combinatie met straatophoging te worden uitgevoerd.
Nieuwe versieHet rijzen van leidingen dient zo veel mogelijk in combinatie met straatophoging te worden uitgevoerd.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Rijzen bestaande kabels en leidingen
Vorige versieLeidingen, niet zijnde transportleidingen, moeten bij straatophogingen worden gerezen als deze >0,40 meter verzakt zijn ten opzichte van het uitgiftepeil op kosten van de netbeheerder.
Nieuwe versieLeidingen, niet zijnde transportleidingen, moeten bij straatophogingen worden gerezen als deze >0,40 meter verzakt zijn ten opzichte van het uitgiftepeil op kosten van de netbeheerder.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Rijzen bestaande kabels en leidingen
Vorige versieIndien distributieleidingen gerezen worden, dienen huisaansluitingen eveneens te rijzen.
Nieuwe versieIndien distributieleidingen gerezen worden, dienen huisaansluitingen eveneens te rijzen.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Rijzen bestaande kabels en leidingen
Vorige versieWarmteleidingen worden in principe niet gerezen.
Nieuwe versieWarmteleidingen worden in principe niet gerezen.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Bomen en groen
Vorige versieVitaliteit en groei van bomen moet zoveel mogelijk worden gewaarborgd. De aanwezigheid van kabels en leidingen in de nabijheid van bomen kan de vitaliteit en groei beperken /hinderen.
Nieuwe versieVitaliteit en groei van bomen moet zoveel mogelijk worden gewaarborgd. De aanwezigheid van kabels en leidingen in de nabijheid van bomen kan de vitaliteit en groei beperken /hinderen.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Bomen en groen
Vorige versieBij uitgifte en indeling van een kabel- en leidingtracé moet rekening worden gehouden met een minimale afstand tussen boom en leiding in bijlage 134 staan de minimale afstanden tussen hart van de stamvoet en het hart van de leiding.
Nieuwe versieBij uitgifte en indeling van een kabel- en leidingtracé moet rekening worden gehouden met een minimale afstand tussen boom en leiding in bijlage "combineren infra en bomen" staan de minimale afstanden tussen hart van de stamvoet en het hart van de leiding.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Bomen en groen
Vorige versieDeze tabel met minimale afstanden geldt niet alleen voor het leggen van kabels en leidingen nabij bomen. Maar de relatie is wederzijds. Dit betekent dat bij het planten van bomen dezelfde afstanden gelden ten opzichte van de bestaande leidingen.
Nieuwe versieDe tabel met minimale afstanden geldt niet alleen voor het leggen van kabels en leidingen nabij bomen. Maar de relatie is wederzijds. Dit betekent dat bij het planten van bomen dezelfde afstanden gelden ten opzichte van de bestaande leidingen.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Bomen en groen
Vorige versieBoven leidingen mag geen beplanting worden aangebracht tenzij dit van gemeentewege noodzakelijk c.q. wenselijk wordt geacht. In dat geval zal de gemeente in overleg treden met de betreffende leidingexploitant(en).
Nieuwe versieBoven leidingen mag geen beplanting worden aangebracht tenzij dit van gemeentewege noodzakelijk c.q. wenselijk wordt geacht. In dat geval zal de gemeente in overleg treden met de betreffende leidingexploitant(en).

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Bomen en groen
Vorige versieIndien voor nieuwe kabels en leidingen een tracé buiten de wortelzone niet mogelijk is, dient de wortelzone te worden gepasseerd door het boren van mantelbuizen onder de wortelzone.
Nieuwe versieIndien voor nieuwe kabels en leidingen een tracé buiten de wortelzone niet mogelijk is, dient de wortelzone te worden gepasseerd door het boren van mantelbuizen onder de wortelzone.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Bomen en groen
Vorige versieAanbeveling om de handreiking " combineren infra voorzieningen en bomen" ter ondersteuning te gebruiken.
Nieuwe versieAanbeveling om de handreiking " combineren infra voorzieningen en bomen" ter ondersteuning te gebruiken.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Passages water, dijken en civiele kunstwerken
Vorige versieVoor watergangen, dijken en kunstwerken in beheer bij het Waterschap en Provincie gelden de eisen en voorschriften van deze partijen. Deze eisen en voorschriften zijn te verkrijgen bij de partijen en niet opgenomen in de HIOR.
Nieuwe versieVoor watergangen, dijken en kunstwerken in beheer bij het Waterschap en Provincie gelden de eisen en voorschriften van deze partijen. Deze eisen en voorschriften zijn te verkrijgen bij de partijen en niet opgenomen in de HIOR.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Passages water, dijken en civiele kunstwerken
Vorige versieBij een passage/kruising van een watergang moeten kabels en leidingen minimaal 1,00 meter dekking onder de waterbodem hebben.
Nieuwe versieBij een passage/kruising van een watergang moeten kabels en leidingen minimaal 1,00 meter dekking onder de waterbodem hebben.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Passages water, dijken en civiele kunstwerken
Vorige versieVan de watergang dient allereerst de feitelijke diepte te worden opgevraagd bij de betreffende beheerpartij. Voor de gemeente is dit beheerder Civiele
Kunstwerken.
Nieuwe versieVan de watergang dient allereerst de feitelijke diepte te worden opgevraagd bij de betreffende beheerpartij. Voor de gemeente is dit beheerder Civiele Kunstwerken.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Passages water, dijken en civiele kunstwerken
Vorige versieBij minder dekking dient een adequate beschermingsconstructie te worden toegepast.
Nieuwe versieBij minder dekking dan 1,00 mtr dient een adequate beschermingsconstructie te worden toegepast.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Passages water, dijken en civiele kunstwerken
Vorige versieBij een zinker dient de kabel/leiding aan weerszijden van de watergang te worden aangegeven doormiddel van zinkerborden.
Nieuwe versieBij een zinker dient de kabel/leiding aan weerszijden van de watergang te worden aangegeven doormiddel van zinkerborden.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Passages water, dijken en civiele kunstwerken
Vorige versieEr dient een afdekking ter bescherming tegen ankers en baggerwerkzaamheden te worden aangebracht middels bijvoorbeeld een vlechtmat.
Nieuwe versieEr dient een afdekking ter bescherming tegen ankers en baggerwerkzaamheden te worden aangebracht middels bijvoorbeeld een vlechtmat.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Passages water, dijken en civiele kunstwerken
Vorige versieNa het leggen van een zinker dient de bestaande constructie in originele staat te worden teruggebracht op kosten van de veroorzaker.
Nieuwe versieNa het leggen van een zinker dient de bestaande constructie in originele staat te worden teruggebracht op kosten van de veroorzaker.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Passages water, dijken en civiele kunstwerken
Vorige versieDe kabel-/leidingexploitant dient zelf contact op te nemen HHNK c.q. Provincie NH indien het beheer niet onder de gemeente valt.
Nieuwe versieDe kabel-/leidingexploitant dient zelf contact op te nemen met de desbetreffende waterbeheerder (b.v. HHNK of Provincie NH) indien het beheer niet onder de gemeente valt.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Passages water, dijken en civiele kunstwerken
Vorige versieBij gebruik van infrastructurele voorzieningen (doorvoeren) behorend bij een civiel kunstwerk waaronder bruggen, viaducten en tunnels geldt dat eerst met de eigenaar van de voorziening door de aanvrager moet worden afgestemd in hoeverre de constructie van de voorziening geschikt en/of bedoeld is voor de geleiding/doorvoer van betreffende kabel of leiding. Na overeenstemming kan pas een voorgesteld tracé worden beoordeeld.
Nieuwe versieBij gebruik van infrastructurele voorzieningen (doorvoeren) behorend bij een civiel kunstwerk waaronder bruggen, viaducten en tunnels geldt dat eerst met de eigenaar van de voorziening door de aanvrager moet worden afgestemd in hoeverre de constructie van de voorziening geschikt en/of bedoeld is voor de geleiding/doorvoer van betreffende kabel of leiding. Na overeenstemming kan pas een voorgesteld tracé worden beoordeeld.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Bijzondere situaties
Vorige versieBij (her)inrichtingsprojecten en ophogen van straatwerk dienen brandkranen, afsluiters en/of verdeelkasten eveneens te worden opgehoogd door de betreffende netbeheerder. Gemeente dient het plan minimaal 13 weken voor aanvang van de werkzaamheden bij de netbeheerder kenbaar te maken.
Nieuwe versieBij (her)inrichtingsprojecten en ophogen van straatwerk dienen brandkranen, afsluiters en/of verdeelkasten eveneens te worden opgehoogd door de betreffende netbeheerder. Gemeente dient het plan minimaal 13 weken voor aanvang van de werkzaamheden bij de netbeheerder kenbaar te maken.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Bijzondere situaties
Vorige versieAfwijkingen op de toegewezen tracés dienen vooraf besproken te worden met de coördinator ondergrondse infrastructuur. Indien achteraf blijkt dat een toegewezen tracé niet is gevolgd, dan wordt de leidingexploitant verplicht alsnog het toegewezen tracé te gebruiken.
Nieuwe versieAfwijkingen op de toegewezen tracés dienen vooraf besproken te worden met de coördinator ondergrondse infrastructuur. Indien achteraf blijkt dat een toegewezen tracé niet is gevolgd, dan wordt de leidingexploitant verplicht alsnog het toegewezen tracé te gebruiken.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Bijzondere situaties
Vorige versieIndien kabels /leidingen onder een overbouwing worden gesitueerd, dan dient de hoogte van de overbouwing ten opzichte van het ter plaatse vastgestelde uitgiftepeil minimaal 2,50 m te bedragen, in verband met de benodigde werkruimte voor mechanisch en ander materieel.
Nieuwe versieIndien kabels /leidingen onder een overbouwing worden gesitueerd, dan dient de hoogte van de overbouwing ten opzichte van het ter plaatse vastgestelde uitgiftepeil minimaal 2,50 m te bedragen, in verband met de benodigde werkruimte voor mechanisch en ander materieel.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Bijzondere situaties
Vorige versieBij toepassing van koppelbalken dient de bovenkant ten minste 2,0 m onder het ter plaatse vastgestelde uitgiftepeil te worden aangebracht. De ruimte tussen de koppelbalken moet worden voorzien van een gewapend betonplaat waarboven de leidingen een veilige ligging verkrijgen.
Nieuwe versieBij toepassing van koppelbalken dient de bovenkant ten minste 2,0 m onder het ter plaatse vastgestelde uitgiftepeil te worden aangebracht. De ruimte tussen de koppelbalken moet worden voorzien van een gewapend betonplaat waarboven de leidingen een veilige ligging verkrijgen.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Bijzondere situaties
Vorige versieIndien kabels /leidingen boven een onderbouwing worden gesitueerd, dan dient de diepte van de onderbouwing ten opzichte van het ter plaatse vastgestelde uitgiftepeil minimaal 2,00 m te bedragen, i.v.m. benodigde gronddekking voor K&L.
Nieuwe versieIndien kabels /leidingen boven een onderbouwing worden gesitueerd, dan dient de diepte van de onderbouwing ten opzichte van het ter plaatse vastgestelde uitgiftepeil minimaal 2,00 m te bedragen, i.v.m. benodigde gronddekking voor K&L.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Medegebruik
Vorige versieNetbeheerders maken zoveel mogelijk als technisch en financieel haalbaar of toepasbaar is, (mede) gebruik van bestaande, hetzij door andere kabel- en
Leidingbeheerders, dan wel door of in opdracht van het College aangelegde voorzieningen zoals kabelgoten en/of leidingtunnels.
Nieuwe versieNetbeheerders maken zoveel mogelijk als technisch en financieel haalbaar of toepasbaar is, (mede) gebruik van bestaande, hetzij door andere kabel- en
Leidingbeheerders, dan wel door of in opdracht van het College aangelegde voorzieningen zoals kabelgoten en/of leidingtunnels.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Verwijderen van kabels en leidingen
Vorige versieDe netbeheerder is verplicht kabel(s), leiding(en), kast(en) en installaties welke niet meer in gebruik zijn of (blijvend) buiten gebruik gesteld (gaan) worden, te verwijderen, tenzij anders overeengekomen met de gemeente.
Nieuwe versieDe netbeheerder is verplicht kabel(s), leiding(en), kast(en) en installaties welke niet meer in gebruik zijn of (blijvend) buiten gebruik gesteld (gaan) worden, te verwijderen, tenzij anders overeengekomen met de gemeente.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Verwijderen van kabels en leidingen
Vorige versieIndien de netbeheerder constateert dat verwijderen niet mogelijk is, wordt dit gemeld en overlegd met de coördinator ondergrondse infrastructuur.
Nieuwe versieIndien de netbeheerder constateert dat verwijderen niet mogelijk is, wordt dit gemeld en overlegd met de coördinator ondergrondse infrastructuur.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Hoofdtransportleiding
Vorige versieBij hoofdtransportleidingen (bijv. drinkwater, gas, riool) dient een strook van 2,50 m ter weerszijden van de leiding te worden vrijgehouden van obstakels.
Nieuwe versieBij hoofdtransportleidingen (bijv. drinkwater, gas, riool) dient een strook van 2,50 m ter weerszijden van de leiding te worden vrijgehouden van obstakels.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Hoofdtransportleiding
Vorige versieIndien dergelijke leidingen binnen de invloedsfeer van gondwateronttrekking komen te liggen, dient vooraf contact te worden gezocht met de coördinator ondergrondse infrastructuur.
Nieuwe versieIndien dergelijke leidingen binnen de invloedsfeer van gondwateronttrekking komen te liggen, dient vooraf contact te worden gezocht met de coördinator ondergrondse infrastructuur.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Hoofdtransportleiding
Vorige versieSpecifiek voor gastransportleidingen geldt dat parallelligging met vrij verval riool onder gesloten wegdek (bijv. beton, asfalt, zand/cementstabilisaties) niet is toegestaan.
Nieuwe versieSpecifiek voor gastransportleidingen geldt dat parallelligging met vrij verval riool onder gesloten wegdek (bijv. beton, asfalt, zand/cementstabilisaties) niet is toegestaan.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Hoofdtransportleiding
Vorige versieAls de gasleiding 1,00 m of meer buiten de rand van het wegdek is gelegen, dan is er geen sprake meer van parallelligging onder gesloten wegdek.
Nieuwe versieAls de gasleiding 1,00 m of meer buiten de rand van het wegdek is gelegen, dan is er geen sprake meer van parallelligging onder gesloten wegdek.

Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Hoofdtransportleiding
Vorige versieIndien parallelligging onder gesloten wegdek onvermijdelijk is, dient lekweg verkorting te worden aangebracht.
Nieuwe versieIndien parallelligging onder gesloten wegdek onvermijdelijk is, dient lekweg verkorting te worden aangebracht.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpBovengrondse voorzieningen - Algemeen
Vorige versieVoor bouwwerken vanaf bepaalde afmeting zijn de wettelijke bepalingen (vergunningen) van toepassing. Bijvoorbeeld:
• Omgevingvergunning (WABO).
• Boven gasleidingen geen bebouwing.
• Vrije ruimte naast gasleidingen van minimaal 2,25 m.
Nieuwe versieVoor bouwwerken vanaf bepaalde afmeting zijn de wettelijke bepalingen (vergunningen) van toepassing. Bijvoorbeeld:
• Omgevingswet.
• Boven gasleidingen geen bebouwing.
• Vrije ruimte naast gasleidingen van minimaal 2,25 m.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpGrondwerk - Bodemkwaliteit en verontreiniging
Vorige versieVoor werkzaamheden in de bodem is de Wet bodembescherming (Wbb) onverkort van toepassing. Dit betekent dat de leidingexploitant verplicht is verontreinigingen direct te melden.
Nieuwe versieVoor werkzaamheden in de bodem is de Omgevinsgwet onverkort van toepassing. Dit betekent dat de leidingexploitant verplicht is verontreinigingen direct te melden.

Onderwerp - SubonderwerpGrondwerk - Bodemkwaliteit en verontreiniging
Vorige versieInformatie over bodemkwaliteit kan worden ingewonnen via de bodemcoördinator van gemeente Purmerend.
Nieuwe versieInformatie over bodemkwaliteit kan worden ingewonnen via de bodemcoördinator van gemeente Purmerend.

Onderwerp - SubonderwerpGrondwerk - Bodemkwaliteit en verontreiniging
Vorige versieIndien de vrijkomende grond als ‘verdacht’ is aangemerkt geldt het volgende:
• Tijdens het uitvoeren van werkzaamheden dient met een gesloten grondbalans (‘tijdelijk uitplaatsen’) te worden gewerkt. Dit houdt in dat er geen grond van de locatie mag worden afgevoerd.
• Verplichte BUS melding doen.
• Indien onverhoopt op de locatie grond vrijkomt dan dient voldaan te worden aan de geldende wet- en regelgeving voor afvoerverwerking en evt. hergebruik van verontreinigde grond.
• Bewijsmiddelen van de afvoer van de verontreinigde grond (w.o. certificaat, afvalstroom, geleidebiljet en hoeveelheid) dienen te worden overlegd aan de afdeling Ruimtelijk Domein / Vergunningen, Beleid en Advies van de gemeente.
Nieuwe versieIndien de vrijkomende grond als ‘verdacht’ is aangemerkt geldt het volgende:
• Tijdens het uitvoeren van werkzaamheden dient met een gesloten grondbalans (‘tijdelijk uitplaatsen’) te worden gewerkt. Dit houdt in dat er geen grond van de locatie mag worden afgevoerd.
• Verplichte BUS melding doen.
• Indien onverhoopt op de locatie grond vrijkomt dan dient voldaan te worden aan de geldende wet- en regelgeving voor afvoerverwerking en evt. hergebruik van verontreinigde grond.
• Bewijsmiddelen van de afvoer van de verontreinigde grond (w.o. certificaat, afvalstroom, geleidebiljet en hoeveelheid) dienen te worden overlegd aan de afdeling Ruimtelijk Domein / Vergunningen, Beleid en Advies van de gemeente.

Onderwerp - SubonderwerpGrondwerk - Bodemkwaliteit en verontreiniging
Vorige versieIndien de vrijkomende grond als ‘onverdacht’ is aangemerkt, geldt het volgende:
• Ondanks de classificatie ‘onverdacht’ moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat plaatselijk toch een bodemverontreiniging aanwezig is.
• Het besluit om al dan niet een nader onderzoek uit te voeren dient door de netbeheerder/grondroerder te worden genomen. Indien een dergelijk onderzoek
uitgevoerd wordt, dient dit te voldoen aan de eisen gesteld in de norm NEN 5740. De kosten hiervan komen voor rekening van de netbeheerder/grondroerder.
Nieuwe versieIndien de vrijkomende grond als ‘onverdacht’ is aangemerkt, geldt het volgende:
• Ondanks de classificatie ‘onverdacht’ moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat plaatselijk toch een bodemverontreiniging aanwezig is.
• Het besluit om al dan niet een nader onderzoek uit te voeren dient door de netbeheerder/grondroerder te worden genomen. Indien een dergelijk onderzoek uitgevoerd wordt, dient dit te voldoen aan de eisen gesteld in de norm NEN 5740. De kosten hiervan komen voor rekening van de netbeheerder/grondroerder.

Onderwerp - SubonderwerpGrondwerk - Bodemkwaliteit en verontreiniging
Vorige versieDe gegevens van uitgevoerd bodemonderzoek dient vóór aanvang van de werkzaamheden te worden overlegd aan de Bodemcoördinator Ruimtelijk Domein / Programmering en Planning van gemeente Purmerend.
Nieuwe versieDe gegevens van uitgevoerd bodemonderzoek dient vóór aanvang van de werkzaamheden te worden overlegd aan de Bodemcoördinator Ruimtelijk Domein / Programmering en Planning van gemeente Purmerend.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpGrondwerk - Archeologie
Vorige versieDe gemeente is gerechtigd de werkzaamheden tijdelijk stil te leggen in verband met nader archeologisch onderzoek. De netbeheerder /grondroerder kan hier
geen rechten aan ontlenen.
Nieuwe versieDe gemeente is gerechtigd de werkzaamheden tijdelijk stil te leggen in verband met nader archeologisch onderzoek. De netbeheerder /grondroerder kan hier geen rechten aan ontlenen.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Algemeen
Vorige versieSchade aan gemeentelijke of andere eigendommen dient zoveel mogelijk te worden vermeden. Mochten onverhoopt beschadigingen optreden, dan dient de netbeheerder/grondroerder deze direct te melden aan de eigenaar van het beschadigde object en aan de toezichthouder
Nieuwe versieSchade aan gemeentelijke of andere eigendommen dient zoveel mogelijk te worden vermeden. Mochten onverhoopt beschadigingen optreden, dan dient de netbeheerder/grondroerder deze direct te melden aan de eigenaar van het beschadigde object en aan de toezichthouder

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Algemeen
Vorige versieDe (onvoorziene) schade als gevolg van de werkzaamheden wordt door de netbeheerder/grondroerder in oorspronkelijke staat herstelt.
Nieuwe versieDe (onvoorziene) schade als gevolg van de werkzaamheden wordt door de netbeheerder/grondroerder in oorspronkelijke staat herstelt.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Algemeen
Vorige versieHerstel van de schade vindt plaats voor rekening van de veroorzaker.
Nieuwe versieHerstel van de schade vindt plaats voor rekening van de veroorzaker.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Algemeen
Vorige versieDe netbeheerder/grondroerder hoeft geen betere kwaliteit te leveren dan aanwezig is voor de werkzaamheden worden uitgevoerd. Behoudens normale degeneratie als gevolg van werken, hoeft de gemeente daarentegen geen verslechtering te accepteren.
Nieuwe versieDe netbeheerder/grondroerder hoeft geen betere kwaliteit te leveren dan aanwezig is voor de werkzaamheden worden uitgevoerd. Behoudens normale degeneratie als gevolg van werken, hoeft de gemeente daarentegen geen verslechtering te accepteren.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Algemeen
Vorige versieAl het te gebruiken materiaal dient van dezelfde kwaliteit/soort te zijn als de door de gemeente gebruikelijk toe te passen materialen.
Nieuwe versieAl het te gebruiken materiaal dient van dezelfde kwaliteit/soort te zijn als de door de gemeente gebruikelijk toe te passen materialen.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Algemeen
Vorige versieHet is niet toegestaan restafval op het werk achter te laten. Restafval dient afgevoerd te worden door en op kosten van de netbeheerder /grondroerder.
Nieuwe versieHet is niet toegestaan restafval op het werk achter te laten. Restafval dient afgevoerd te worden door en op kosten van de netbeheerder /grondroerder.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Algemeen
Vorige versieBij een buitentemperatuur < 1°C is het verboden bestrating op te breken.
Nieuwe versieBij een buitentemperatuur lager dan 1°C is het verboden bestrating op te breken.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Algemeen
Vorige versieAan het einde van de werkdag dient de sleuf geheel aangevuld, verdicht en voorzien van (nood)bestrating te zijn.
Nieuwe versieAan het einde van de werkdag dient de sleuf geheel aangevuld, verdicht en voorzien van (nood)bestrating te zijn.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Verharding, wegen
Vorige versieOpgenomen ongebonden fundering dient, in overleg met de gemeente, opnieuw te worden aangebracht en aangevuld met gelijkwaardige bouwstoffen tot de oorspronkelijke laagdikte, tenzij anders wordt overeengekomen.
Nieuwe versieOpgenomen ongebonden fundering dient, in overleg met de gemeente, opnieuw te worden aangebracht en aangevuld met gelijkwaardige bouwstoffen tot de oorspronkelijke laagdikte, tenzij anders wordt overeengekomen.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Verharding, wegen
Vorige versieDe netbeheerder /grondroerder is na uitvoering van kabel- en leidingwerkzaamheden verantwoordelijk voor het herstel van de verharding en de gemeente voor het onderhoud aan verharding. Dit gebeurt conform SEB-richtlijnen, op vakkundige wijze en in de juiste steensverband.
Nieuwe versieDe netbeheerder /grondroerder is na uitvoering van kabel- en leidingwerkzaamheden verantwoordelijk voor het herstel van de verharding.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Verharding, wegen
Vorige versieKwaliteit moet voldoen aan de standaard RAW.
Nieuwe versieKwaliteit moet voldoen aan de standaard RAW.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Verharding, wegen
Vorige versieHet lengte- en dwarsprofiel van de verharding moet, wellicht met enige overhoogte om geringe inklink op te vangen, overeenkomen met de oorspronkelijke
hoogteligging.
Nieuwe versieHet lengte- en dwarsprofiel van de verharding moet, wellicht met enige overhoogte om geringe inklink op te vangen, overeenkomen met de oorspronkelijke hoogteligging.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Verharding, wegen
Vorige versieGebreken geconstateerd tijdens de eindschouw, moeten op aangeven van de gemeente door de netbeheerder hersteld worden binnen een termijn van 4 weken, tenzij anders overeengekomen.
Nieuwe versieGebreken geconstateerd tijdens de eindschouw, moeten op aangeven van de gemeente door de netbeheerder hersteld worden binnen een termijn van 4 weken, tenzij anders overeengekomen.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Verharding, wegen
Vorige versieDe gemeente Purmerend stelt bouwstoffen beschikbaar voor het herstel van kapotte aangetroffen elementverharding. Deze bouwstoffen zijn door de
netbeheerder /grondroerder af te halen bij de gemeentewerf. Beschadigde elementverharding door toedoen van de uitvoerende partij brengt de gemeente in rekening.
Nieuwe versieDe gemeente Purmerend stelt bouwstoffen beschikbaar voor het herstel van kapotte aangetroffen elementverharding. Deze bouwstoffen zijn door de netbeheerder /grondroerder af te halen bij de gemeentewerf. Beschadigde elementverharding door toedoen van de uitvoerende partij brengt de gemeente in rekening.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Verharding, wegen
Vorige versieDe netbeheerder/grondroerder wordt bij onvoldoende herstel/verzwakking aangesproken op de geldende garantietermijn.
Nieuwe versieDe netbeheerder/grondroerder wordt bij onvoldoende herstel/verzwakking aangesproken op de geldende garantietermijn.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Verharding, wegen
Vorige versieTenzij anders overeengekomen is voor telecommunicatiebedrijven tarief B1 en D van toepassing, conform VNG richtlijn
"Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom". Voor nutsbedrijven is tarief B1, E en F van toepassing, conform "Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven straatwerkzaamheden in Noord-Holland". De tarieven worden jaarlijks vastgesteld.
Nieuwe versieTenzij anders overeengekomen is voor telecommunicatiebedrijven tarief B1 en D van toepassing, conform VNG richtlijn "Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom". Voor nutsbedrijven is tarief B1, E en F van toepassing, conform "Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven straatwerkzaamheden in Noord-Holland". De tarieven worden jaarlijks vastgesteld.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Verharding, wegen
Vorige versieDefinitief herstel van asfaltverharding geschiedt door de gemeente. De netbeheerder dient de sleuf dicht te blokken met betonstraatstenen of betonplaten, waarna de gemeente circa één jaar wacht met het aanbrengen van nieuw asfalt i.v.m. de gevolgen van klink.
Nieuwe versieDefinitief herstel van asfaltverharding geschiedt door de gemeente. De netbeheerder dient de sleuf dicht te blokken met betonstraatstenen of betonplaten, waarna de gemeente circa één jaar wacht met het aanbrengen van nieuw asfalt i.v.m. de gevolgen van klink.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Groenvoorziening
Vorige versieGemeente en netbeheerder komen overeen welke maatregelen worden genomen om schade aan beplanting te beperken.
Nieuwe versieGemeente en netbeheerder komen overeen welke maatregelen worden genomen om schade aan beplanting te beperken.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Groenvoorziening
Vorige versieBeplanting mag niet worden opgenomen of verwijderd na instemming van de gemeente.
Nieuwe versieBeplanting mag alleen worden opgenomen of verwijderd na instemming van de gemeente.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Groenvoorziening
Vorige versieTe rooien beplanting die niet wordt herplant, wordt door de netbeheerder afgevoerd. De kosten hiervan zijn voor rekening van de netbeheerder.
Nieuwe versieTe rooien beplanting die niet wordt herplant, wordt door de netbeheerder afgevoerd. De kosten hiervan zijn voor rekening van de netbeheerder.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Groenvoorziening
Vorige versieBij beschadiging van wortels, takken en/of stam is de aannemer verplicht dit onmiddellijk aan de groenbeheerder te melden.
Nieuwe versieBij beschadiging van wortels, takken en/of stam is de aannemer verplicht dit onmiddellijk aan de groenbeheerder te melden.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Groenvoorziening
Vorige versieSnoeien van wortels dikker dan Ø 40 mm uitsluitend na overleg met de groenbeheerder en uit te laten voeren door vakbekwame boomverzorgers.
Nieuwe versieSnoeien van wortels dikker dan Ø 40 mm uitsluitend na overleg met de groenbeheerder en uit te laten voeren door vakbekwame boomverzorgers.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Groenvoorziening
Vorige versieToegebrachte schade dient de veroorzaker te vergoeden.
Nieuwe versieToegebrachte schade dient de veroorzaker te vergoeden.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Groenvoorziening
Vorige versieGraszoden (gazon en berm) dienen met dikte van minimaal 8 cm te worden gestoken en verwijderd. De zoden met de begroeide kanten dienen tegen elkaar worden opgeslagen en z.s.m. weer aanbrengen. Na aanbrengen de zoden aandrukken, invegen met teelaarde, bemesten en zo nodig water geven, tenzij anders
wordt overeengekomen.
Nieuwe versieGraszoden (gazon en berm) dienen met dikte van minimaal 8 cm te worden gestoken en verwijderd. De zoden met de begroeide kanten dienen tegen elkaar worden opgeslagen en z.s.m. weer aanbrengen. Na aanbrengen de zoden aandrukken, invegen met teelaarde, bemesten en zo nodig water geven, tenzij anders wordt overeengekomen.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Groenvoorziening
Vorige versieHerstel van groenvoorzieningen door de gemeente zal geschieden op kosten van de netbeheerder/grondroerder.
Nieuwe versieHerstel van groenvoorzieningen door de gemeente zal geschieden op kosten van de netbeheerder/grondroerder.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Groenvoorziening
Vorige versieDe tarieven voor groenherstel van bomen, planten, struiken zijn vastgesteld volgens marktconforme prijzen.
Nieuwe versieDe tarieven voor groenherstel van bomen, planten, struiken zijn vastgesteld volgens marktconforme prijzen.

Onderwerp - SubonderwerpSchade en herstel openbare ruimte - Groenvoorziening
Vorige versieVoor overige bepalingen, zie het hoofdstuk Groenvoorzieningen.
Nieuwe versieVoor overige bepalingen, zie het hoofdstuk Groenvoorzieningen.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpGrondroerdersregeling - Algemeen
Vorige versieDe gemeente verstrekt naar aanleiding van een KLIC-melding bij Het Kadaster de liggingsgegevens van al haar kabels- en leidingen binnen het betreffende gebied conform de eisen van de WIBON.
Nieuwe versieDe gemeente verstrekt naar aanleiding van een KLIC-melding bij Het Kadaster de liggingsgegevens van al haar kabels- en leidingen binnen het betreffende gebied conform de eisen van de Wibon.

Onderwerp - SubonderwerpGrondroerdersregeling - Algemeen
Vorige versieGemeentelijke belangen in de ondergrond zijn o.a. mantelbuizen, hoofdriool, huis- en kolkaansluitingen, drukriool, kabels t.b.v. gemalen, verkeersinstallaties,
buslussen, openbare verlichting, terreinverlichting en beveiligingsinstallaties.
Nieuwe versieGemeentelijke belangen in de ondergrond zijn o.a. mantelbuizen, hoofdriool, huis- en kolkaansluitingen, drukriool, duikers, kabels t.b.v. gemalen, verkeersinstallaties, bruggen,
buslussen, dynamische afsluitingen, openbare verlichting, terreinverlichting, datakabels en beveiligingsinstallaties.

Onderwerp - SubonderwerpGrondroerdersregeling - Algemeen
Vorige versieTen einde het voorkomen van graafschade dient de grondroerder te handelen volgens het proces 'Zorgvuldig graven' en zich te houden aan CROW-publicatie 500.
"Graafschade voorkomen aan kabels en leidingen'.
Nieuwe versieTen einde het voorkomen van graafschade dient de grondroerder te handelen volgens het proces 'Zorgvuldig graven' en zich te houden aan CROW-publicatie 500. "Graafschade voorkomen aan kabels en leidingen'.

Onderwerp - SubonderwerpGrondroerdersregeling - Algemeen
Vorige versieDe KLIC-gegevens dient op de graaflocatie aanwezig te zijn.
Nieuwe versieDe KLIC-gegevens dienen op de graaflocatie aanwezig te zijn.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpGrondroerdersregeling - Graafschade
Vorige versieGraafschade aan belangen van de gemeente dient terstond gemeld te worden bij de gemeente.
Nieuwe versieGraafschade aan belangen van de gemeente dient terstond gemeld te worden bij de gemeente, waarbij de sleuf of het werkgat nog niet dichtgegooid mag worden.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Aanleg en onderhoud vrij verval rioleringInrichtingsniveauAlle kernenNieuwe aanleg en renovatie

Onderwerp - SubonderwerpInleiding - Algemeen
Vorige versieWoonwijk (nieuwbouw): Gescheiden stelsel Woonwijk (bestaand): Hybride stelsel van deels gemengd met een hemelwater. Afkoppelen van openbare ruimte en dakoppervlak van particulier waar dat doelmatig en/of economisch verantwoord is.
Nieuwe versieWoonwijk (nieuwbouw); gescheiden stelsel Woonwijk (bestaand); hybride van gemengd stelsel met hemelwaterafvoer.
Afkoppelen van openbare ruimte en dakoppervlak van particulier waar dat doelmatig en/of economisch verantwoord is.

Onderwerp - SubonderwerpInleiding - Algemeen
Vorige versieBij ontwerp en berekening uitgaan van de ‘Leidraad Riolering’ uitgegeven door de Stichting RIONED. Voor het ontwerp gebruik maken van de modules B2000, B2100 en B2200, en voor de berekening module C2100.

NB: Voor het hele hoofdstuk geldt dat alle ontwerpen en werkzaamheden ter goedkeuring voorgelegd dienen te worden aan de rioolbeheerder
Nieuwe versieBij ontwerp en berekening uitgaan van de ‘Leidraad Riolering’ uitgegeven door de Stichting RIONED. Voor het ontwerp gebruik maken van de modules B2000, B2100 en B2200, en voor de berekening module C2100.

NB: Voor het hele hoofdstuk geldt dat alle ontwerpen ter goedkeuring voorgelegd dienen te worden aan de rioolbeheerder



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Aanleg en onderhoud vrij verval rioleringInrichtingsniveauAlle kernenNieuwe aanleg en renovatie

Onderwerp - SubonderwerpOntwerp - Algemeen
Vorige versieHet uitgangspunt binnen de gemeente is om af te koppelen met een gescheiden stelsel, uitzonderingen zijn: wanneer dit niet mogelijk is of in risico gebieden, oppervlakken met intensievere verkeersbewegingen of vervuilende activiteiten. In dat geval dient een alternatief aangeboden te worden aan de rioolbeheerder ter goedkeuring.
Nieuwe versieHet uitgangspunt binnen de gemeente is om af te koppelen met een gescheiden stelsel. Wanneer dit niet mogelijk is in overleg met de rioolbeheerder een alternatief uitwerken.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Aanleg en onderhoud vrij verval rioleringInrichtingsniveauAlle kernenNieuwe aanleg en renovatie

Onderwerp - SubonderwerpOntwerp - Uitgangspunten
Vorige versieDe volgende uitgangspunten gelden voor het ontwerp van een nieuw rioolstelsel:
• Het rioolstelsel dient te worden doorgerekend met een bui 9 (hydraulisch + waakhoogte van 40 cm) en met bui 10 (met een waakhoogte van 20 cm) waarbij geen water op straat mag ontstaan.
• Tussen de inspectieputten het riool in een rechte lijn aanleggen met een maximale afstand van 90 meter.
• Uitleggers moeten in het ontwerp worden meegenomen, Iedere woning / bedrijf dient een eigen aansluiting te krijgen op het riool. Alle uitleggers dienen boven polderpeil te worden aangebracht.
• Riolen zodanig diep leggen dat deze, gerekend ten opzichte van de bovenkant buis, minimaal een dekking hebben van 1,00 m. Bij het kruisen van rioolleidingen zijn alleen zinkers in het HWA-riool toegestaan.
• De aanleg van een op staal gefundeerd riool kan slechts worden overwogen indien de geprognosticeerde restzetting over 30 jaar t.g.v. de ophoging op het moment van aanleggen < 0,15 m is
• Mee leggen van drainage in overleg met de rioolbeheerder.
Nieuwe versieDe volgende uitgangspunten gelden voor het ontwerp van een nieuw rioolstelsel:
• Het rioolstelsel dient te worden doorgerekend met een bui 9 (hydraulisch + waakhoogte van 40 cm) en met bui 10 (met een waakhoogte van 20 cm) waarbij geen water op straat mag ontstaan.
• Tussen de inspectieputten het riool in een rechte lijn aanleggen met een maximale afstand van 90 meter.
• Uitleggers moeten in het ontwerp worden meegenomen, Iedere woning / bedrijf dient een eigen aansluiting te krijgen op het riool. Alle uitleggers dienen boven polderpeil te worden aangebracht.
• Riolen zodanig diep leggen dat deze, gerekend ten opzichte van de bovenkant buis, minimaal een dekking hebben van 1,00 m. Bij het kruisen van rioolleidingen zijn alleen zinkers in het HWA-riool toegestaan.
  • De aanleg van een op staal gefundeerd riool kan slechts worden overwogen indien de geprognosticeerde restzetting over 30 jaar t.g.v. de ophoging op het moment van aanleggen < 0,15 m is
  • Er dient een voorziening voor het ontwateren te worden aan gebracht, bijvoorbeeld een drainage of DT-riool.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Aanleg en onderhoud vrij verval rioleringInrichtingsniveauAlle kernenNieuwe aanleg en renovatie

Onderwerp - SubonderwerpUitvoering - Algemeen
Vorige versieAanvullen rond de rioolbuis in 3 lagen van 30% -30% - 40% van de buisdiameter met een maximum 30 cm per laag. Op de aanleg van PVC, PP en HDPE-rioolleidingen en de aansluitingen daarop zijn van toepassing de richtlijnen van de leverancier.- Het aanvullen van de rioolsleuf dient in lagen te worden uitgevoerd van maximaal 30 cm, na het aanbrengen van iedere laag dien deze te worden verdicht. - De persleiding aansluiten op het gemeenteriool na overleg en onder toezicht van de gemeentelijke toezichthouder.- Voor oplevering van het riool, in de bouwrijp fase of voor het aanbrengen van de verharding in geval van reconstructie, moet aan de volgende eisen zijn voldaan:
• Het riool moet gereinigd worden t.b.v. inspectie. Omwonenden die zijn aangesloten op het betreffende riool moeten via de gemeentepagina en minimaal een dag vooraf huis-aan-huis op de hoogte worden gebracht van de werkzaamheden en te nemen maatregelen.
• Riool en inspectieputten vanuit het riool inspecteren met een digitale camera (diameters 250 mm – 1000 mm) door een gecertificeerd bedrijf. Gedurende de inspectie dient hoogtemeting uitgevoerd te worden.
Nieuwe versieOp de aanleg van PVC, PP en HDPE-rioolleidingen en de aansluitingen daarop zijn van toepassing de richtlijnen van de leverancier.- Het aanvullen van de rioolsleuf dient in lagen te worden uitgevoerd van maximaal 30 cm, na het aanbrengen van iedere laag dien deze te worden verdicht. Indien niet aangegeven aanvullen rond de rioolbuis in 3 lagen van 30% -30% - 40% van de buisdiameter met een maximum 30 cm per laag.. - De persleiding aansluiten op het gemeenteriool na overleg en onder toezicht van de gemeentelijke toezichthouder.- Voor oplevering van het riool, in de bouwrijp fase of voor het aanbrengen van de verharding in geval van reconstructie, moet aan de volgende eisen zijn voldaan:
• Het riool moet gereinigd worden t.b.v. inspectie. Omwonenden die zijn aangesloten op het betreffende riool moeten via de gemeentepagina en minimaal een dag vooraf huis-aan-huis op de hoogte worden gebracht van de werkzaamheden en te nemen maatregelen.
• Riool en inspectieputten vanuit het riool inspecteren met een digitale camera (diameters 250 mm – 1000 mm) door een gecertificeerd gecertificeerd bedrijf (Certificaat: BRLK10014 en BRLK10015). Gedurende de inspectie dient hellinghoekmeting uitgevoerd te worden.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Aanleg en onderhoud vrij verval rioleringInrichtingsniveauAlle kernenNieuwe aanleg en renovatie

Onderwerp - SubonderwerpBeheer - Algemeen
Vorige versieInspectie en opleveringsinspectie
Aanleveren rapportages volgens NEN-EN 13508-1:2003+A1:2011
, op USB of externe schijf met foto’s en film (AVI/MPEG formaat). De rapportage bevat in ieder geval de volgende
informatie:
• Er dient een RIB-X bestand worden opgeleverd volgens de NEN-EN
• Bestek- en rapportnummer, naam van het project, locatie, datum inspectie.
• Situatietekening.
• Uitgevoerde werkzaamheden.
• Aanduiding van de geïnspecteerde strengen en putnummers.
• Aanduiding van de inlaten en maatvoering.
• Er dient een hellinghoekmeting worden uitgevoerd
• Profielafmetingen per rioolstreng.
• NAP-hoogtes b.o.b. ter plaatse van putten (max. maatafwijking +/- 2 mm).
• Verbinding tussen de elementen.
Nieuwe versieInspectie en opleveringsinspectie
Aanleveren rapportages volgens NEN-EN 13508-2+A1:2011
, op de gemeentelijke server met foto’s en film (AVI/MPEG formaat). De rapportage bevat in ieder geval de volgende
informatie:
• Er dient een RIB-X bestand worden opgeleverd volgens de NEN-EN
• Bestek- en rapportnummer, naam van het project, locatie, datum inspectie.
• Situatietekening.
• Uitgevoerde werkzaamheden.
• Aanduiding van de geïnspecteerde strengen en putnummers.
• Aanduiding van de inlaten en maatvoering.
• Er dient een hellinghoekmeting worden uitgevoerd
• Profielafmetingen per rioolstreng.
• NAP-hoogtes b.o.b. ter plaatse van putten (max. maatafwijking +/- 2 cm).
• Verbinding tussen de elementen.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Aanleg en onderhoud vrij verval rioleringUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpRelining - Oplevering
Vorige versieDe relining moet worden opgeleverd, per relining dient een proefkap te worden genomen en getest op:
• Waterdichtheid DWA M143-20
• Mechanische eigenschappen inclusief wanddikte meting: NEN EN ISO 178
• Testen uitharding: Dynamische differentiecalorimetrietest (DSC)
Indien de proefkap niet voldoet aan de gestelde Eisen dient een nieuwe proefkap genomen te worden uit de buis.
De relining dient na uitvoering geinspecteerd te worden en de inlaten opnieuw ingemeten en digital opgeleverd te worden aan de rioolbeheerder.
• Voor de oplevering dient een inspectie uitgevoerd te worden met bewegende beelden (geen foto’s) volgens de NEN-EN 13508-2
Nieuwe versieDe relining moet worden opgeleverd, per relining dient een proefkap te worden genomen en getest op:
• Waterdichtheid DWA M143-20
• Mechanische eigenschappen inclusief wanddikte meting: NEN EN ISO 178
• Testen uitharding: Dynamische differentiecalorimetrietest (DSC)
Indien de proefkap niet voldoet aan de gestelde Eisen dient een nieuwe proefkap genomen te worden uit de buis.
De relining dient na uitvoering geinspecteerd te worden en de inlaten opnieuw ingemeten en digital opgeleverd te worden aan de rioolbeheerder.
• Voor de oplevering dient een inspectie uitgevoerd te worden volgend dezelfde richtlijnen als bij nieuw riool (zie bovenin dit hoofdstuk)



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Aanleg en onderhoud vrij verval rioleringUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpRelining - Putten
Vorige versiePutten tot de afmeting 130x130 en max 5 meter diep met 3d-s putrenovatie. Grotere putten dienen te worden gerenoveerd met GEO Spray.
De ujitgangspunten voor de putrenovatie moeten vooraf met de rioolbeheerder besproken worden.
Nieuwe versiePutten tot de afmeting 130x130 en max 5 meter diep met 3d-s putrenovatie. Grotere putten dienen te worden gerenoveerd met GEO Spray.

De uitgangspunten voor de putrenovatie moeten vooraf met de rioolbeheerder besproken worden.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - DrukrioleringInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpInstallatie - Systeem
Vorige versieOp 1 pompput mogen maximaal 4 woningen te worden aangesloten.
Nieuwe versieOp 1 pompput met 1 pomp, mogen maximaal 4 woningen te worden aangesloten.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - DrukrioleringInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpInstallatie - Gemaal
Vorige versieProgramma van eisen voor minigemalen van de gemeente Purmerend/Beemster.
Nieuwe versieProgramma van eisen voor minigemalen van de gemeente Purmerend/Beemster.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOntwerpeisen - Algemeen
Vorige versieDe overzichtstekening van het gemaal, pompselectie, het lengteprofiel van de persleiding, de detailtekening van het lozingspunt, sparings- en opstellingstekeningen en elektronische schema’s dienen ter goedkeuring aan de rioolbeheerder te worden voorgelegd voor de uitvoering van de werkzaamheden. Het gemaal mag tijdens de piekuren (7.00 tot 9.00 en 16.00 en 18.00) maximaal 8 x aanslaan voor het verpompen van DWA. De berging in de kelder moet, boven de berkenede DWA toevoer, 15 % extra berging hebben tussen de laagst inkomende leiding en het uitslagpunt.

NB: Voor het hele hoofdstuk geldt dat alle ontwerpen en werkzaamheden ter goedkeuring voorgelegd dienen te worden aan de rioolbeheerder / waterbeheerder.
Nieuwe versieDe overzichtstekening van het gemaal, pompselectie, het lengteprofiel van de persleiding, de detailtekening van het lozingspunt, sparings- en opstellingstekeningen en elektronische schema’s dienen ter goedkeuring aan de rioolbeheerder te worden voorgelegd voor de uitvoering van de werkzaamheden. Het gemaal mag tijdens de piekuren (7.00 tot 9.00 en 16.00 en 18.00) maximaal 6 x per uur aanslaan voor het verpompen van DWA. De berging in de kelder moet, boven de berekende DWA toevoer, 15 % extra berging hebben tussen de laagst inkomende leiding en het uitslagpunt.

NB: Voor het hele hoofdstuk geldt dat alle ontwerpen en werkzaamheden ter goedkeuring voorgelegd dienen te worden aan de rioolbeheerder / waterbeheerder.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpLocatie - Ligging
Vorige versieRioolgemalen dienen buiten de openbare weg/de rijweg geplaatst te worden. Alleen na overleg met de rioolbeheerder kan besloten worden tot een locatie in het fietspad, het voetpad of een tussenberm.
Nieuwe versieRioolgemalen dienen buiten de openbare weg/de rijweg geplaatst te worden. Alleen na overleg met de rioolbeheerder kan besloten worden tot een locatie in het fietspad, het voetpad of een tussenberm (dan moet de constructie daar ook op aangepast worden).

Onderwerp - SubonderwerpLocatie - Ligging
Vorige versieEr dient een zodanige afstand tot woningbouw aangehouden te worden, dat er geen stankoverlast in de woningen kan optreden. Ook mag renovatie of nieuwbouw van het gemaal niet tot overlast voor in de buurt gelegen woningbouw leiden. Er moet een minimale afstand van 50 meter zijn tussen de bebouwing en een rioolgemaal.
Nieuwe versieEr dient een zodanige afstand tot woningbouw aangehouden te worden, dat er geen stankoverlast in de woningen kan optreden. Ook mag renovatie of nieuwbouw van het gemaal niet tot overlast voor in de buurt gelegen woningbouw leiden. Er moet een minimale afstand van 50 meter zijn tussen de bebouwing en een rioolgemaal. Bij nieuwe ontwikkel locaties dient deze afstand ook worden aangehouden tot bestaande gemalen.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpLocatie - Inrichting
Vorige versieTer plekke van de laad- en losplaats en parkeerplaats dient de bestrating zodanig aangebracht te worden dat de (vracht)wagens volledig op de bestrating staan.
Nieuwe versieTer plekke van de laad- en losplaats en parkeerplaats dient de bestrating zodanig aangebracht te worden dat de (vracht)wagens volledig op de bestrating staan. Er dient rekening gehouden te worden met de afstand voor het afstempelen van de kraan, met 1 meter.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpConstructie - B
Vorige versieGemalen dienen ondergronds geplaatst te worden (schakelkasten bovengronds), tenzij hiervoor geen mogelijkheid is. In die gevallen gelden de onderstaande eisen:
• In de bovenbouw moet een hijsbalk worden geplaatst, voorzien van één loopkat t.b.v. een takel met 24 volts besturing en één loopkat t.b.v. overpakketting.
• De hoogte van de bovenbouw moet worden afgestemd op de benodigde hijshoogte t.b.v. het onderhoud van de pompen.
• De vloer moet voorzien zijn van anti-slip tegels.
• Met de rioolbeheerder moet worden afgestemd of een wasgelegenheid en/of toilet aanwezig moet zijn.
• In het dak mogen geen lichtkoepels worden aangebracht.
• In de bovenbouw dient verwarming aanwezig te zijn i.v.m. het vorstvrij houden.
• Regenpijpen t.b.v. de afvoer van hemelwater van de bovenbouw dienen aan de binnenzijde van de bovenbouw geplaatst te worden.
• De bovenbouw dient voorzien te zijn van bliksembeveiliging.
• De buitenzijde van de bovenbouw dient voorzien te worden van een coating i.v.m. het kunnen verwijderen van graffiti.
• Eind 2021 is er een programma van eisen rioolgemalen gemeente Purmerend en Beemster.
Nieuwe versieGemalen dienen ondergronds geplaatst te worden (schakelkasten bovengronds), tenzij hiervoor geen mogelijkheid is. In die gevallen gelden de onderstaande eisen:
• In de bovenbouw moet een hijsbalk worden geplaatst, voorzien van één loopkat.
• De hoogte van de bovenbouw moet worden afgestemd op de benodigde hijshoogte t.b.v. het onderhoud van de pompen.
• De vloer moet voorzien zijn van anti-slip tegels of een anti-slip coating.
• Met de rioolbeheerder moet worden afgestemd of een wasgelegenheid aanwezig moet zijn.
• In het dak mogen geen lichtkoepels worden aangebracht.
• In de bovenbouw dient verwarming aanwezig te zijn i.v.m. het vorstvrij houden.
bij dekluiken in de bovenbouw dient een demontabele inloopbeveiliging aangebracht te worden. Ontwerp daarvan dient aangeleverd te worden en ter goedkeuring aangeboden worden aan de rioolbeheerder.
• Regenpijpen t.b.v. de afvoer van hemelwater van de bovenbouw dienen aan de binnenzijde van de bovenbouw geplaatst te worden.
• De bovenbouw dient voorzien te zijn van bliksembeveiliging.
• De buitenzijde van de bovenbouw dient voorzien te worden van een coating i.v.m. het kunnen verwijderen van graffiti.




HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpConstructie - Natte vuilwaterkelder
Vorige versieWanden en plafond van de natte kelder moeten chemisch resistent zijn , het materiaal moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de riool beheerder. De keldervloer dient uitgevoerd te worden in een zodanige constructie dat deze onder vrij verval afloopt naar een punt.
Nieuwe versieWanden en plafond van de natte kelder moeten chemisch resistent zijn, het materiaal moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de rioolbeheerder. De keldervloer dient uitgevoerd te worden in een zodanige constructie dat deze onder vrij verval afloopt naar een punt, naar onderkant pomp.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpConstructie - Aanvoerriool
Vorige versieIn het aanvoerriool dient een RVS spindelafsluiter gemonteerd te worden. De, geleidestang dient voorzien te zijn van een "half rondje".
Nieuwe versieIn het aanvoerriool dient een RVS spindelafsluiter gemonteerd te worden. De, geleidestang dient voorzien te zijn van een "vierkantje".



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpConstructie - Luiken en valroosters
Vorige versieLuiken dienen voorzien te zijn van:
• Rubberprofiel t.b.v. stankafdichting.
• Scharnierend deksel met handgreep.
• Scharnierend RVS 316 veiligheidsrooster.
• Windhaak.
• Imbusknevels.
• Hangsloten t.b.v. afsluiting. (deze komen ook weer terug in het programma van eisen gemalen gemeente Purmerend en Beemster).
Nieuwe versieLuiken dienen voorzien te zijn van:
• Luiken dienen een minimale overloopbaarheid te hebben klasse A15
  • Rubberprofiel t.b.v. stankafdichting.
  • Scharnierend deksel met handgreep, bevestiging ervan dient inwendig geplaats te worden.
  • Scharnierend RVS 316 veiligheidsrooster
  • Windhaak.
  • Inbusknevels van 14 mm.
  • Hangsloten t.b.v. afsluiting.





HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpConstructie - Persleidingen en ontvangsput
Vorige versieAfvoer van noodbemaling dient te geschieden via een Y-stuk in de persleiding achter het gemaal.
Nieuwe versieAfvoer van noodbemaling dient te geschieden via een Y-stuk in combinatie met een lanceerinrichting (propstuk) in de persleiding achter het gemaal.

Onderwerp - SubonderwerpConstructie - Persleidingen en ontvangsput
Vorige versieDe persleiding moet zo ontworpen worden dat vanaf de pompen tot aan het lozingspunt de persleiding, inclusief hulpstukken en appendages, nergens in diameter wordt verkleind. Uitzondering zijn toegestaan in situaties waarin GIJ-hulpstukken toegepast moeten worden. Uitzondering hierop zijn zinkers onder rijkswegen en het spoor.
Nieuwe versieDe persleiding moet zo ontworpen worden dat vanaf de pompen tot aan het lozingspunt de persleiding, inclusief hulpstukken en appendages, nergens in diameter wordt verkleind.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpConstructie - Bouwkundige constructie
Vorige versieHat aanleggen vloeren, wanden, dek, wapening, dikte beton, werkwijze etc. dienen onderbouwd te worden met een advies, berekening en tekeningen. De tekeningen en (sterkte)berekeningen dienen ter goedkeuring aan de rioolbeheerder (in engineeringsfase) en directie (uitvoeringsfase) te worden voorgelegd.
Nieuwe versieHet aanleggen van vloeren, wanden, dek, wapening, dikte beton, werkwijze etc. dienen onderbouwd te worden met een advies, berekening en tekeningen. De tekeningen en (sterkte)berekeningen dienen ter goedkeuring aan de rioolbeheerder (in engineeringsfase) en directie (uitvoeringsfase) te worden voorgelegd.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpMechanische installatie - Geleidebuizen
Vorige versieDe bovenzijde van de geleidebuizen moet maximaal 20 mm onder het valrooster aangebracht worden.
Nieuwe versieDe bovenzijde van de geleide-buizen moet maximaal 20 cm onder het valrooster aangebracht worden.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpElektrische installatie - Buitenopstellingskast
Vorige versieEr dient verlichting in de kast aanwezig te zijn die door middel van een deurcontact wordt bediend.
Nieuwe versieEr dient verlichting in de kast aanwezig te zijn die door middel van een deurcontact wordt bediend.
  • Bij het openen van de deur moet er een doormelding gemaakt worden aan de hoofdpost.


Onderwerp - SubonderwerpElektrische installatie - Buitenopstellingskast
Vorige versieBij de plaatsing van de kast moet rekening gehouden worden met voldoende ruimte tussen de deuren (in geopende toestand) en de dekselrand.
Nieuwe versieBij de plaatsing van de kast moet rekening gehouden worden met voldoende ruimte tussen de deuren (in geopende toestand) en de dekselrand.
  • bij de oplevering van de kast dienen de ontwerptekeningen AS-build in de kast aanwezig te zijn.




HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpElektrische installatie - Meters en regelaars
Vorige versieIndien de capaciteit van de pompen groter of gelijk aan 4 Kw dienen frequentieregelaars geïnstalleerd te worden.
Nieuwe versieIndien de capaciteit van de pompen groter of gelijk aan 7 Kw dienen frequentieregelaars geïnstalleerd te worden.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Persleidingen en gemalenUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpElektrische installatie - Alarmering
Vorige versieOp de gemaalcomputer dient het volgende minimaal aangesloten te zijn:
• Stroomtrafo’s t.b.v. pompen.
• Thermische beveiliging per pomp.
• Storing frequentie-omvormer en/of softstarter (indien aanwezig).
• Pomp in bedrijf.
• Pompschakelaars op uit (in serie met werkschakelaar).
• Storing stuurstroom.
• Hoogwaterwipper.
• Niveausensor.
• Overstortsensor, intern en extern.
Nieuwe versieOp de gemaalcomputer dient het volgende minimaal aangesloten te zijn:
• Stroomtrafo’s t.b.v. pompen.
• Thermische beveiliging per pomp.
• Storing frequentie-omvormer en/of softstarter (indien aanwezig).
• Pomp in bedrijf.
  • Debietmeter
• Pompschakelaars op uit (in serie met werkschakelaar).
• Storing stuurstroom.
  • Automatische afsluiters
• Hoogwaterwipper.
• Niveausensor.
• Overstortsensor, intern en extern.
  • Doormelding open deur





HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Technische eisen vrij verval rioleringStedenbouwkundig niveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpAlgemeen - Algemeen
Vorige versieDe gemeente Purmerend heeft een contract met Wavin voor het leveren van Kunststofleidingen en hulpstukken. Voor de levering van betonnenbuizen heeft de gemeente een contract met Hamer (zie hoofdstuk 9 HIOR Purmerend).
Indien de leveringen niet via deze contracten open dienen ze te voldoen aan de eisen welke zijn gesteld bij het aanbesteden van deze contracten.

NB: Voor het hele hoofdstuk geldt dat alle ontwerpen en werkzaamheden ter goedkeuring voorgelegd dienen te worden aan de rioolbeheerder /waterbeheerder
Nieuwe versieDe gemeente Purmerend heeft een contract met Wavin voor het leveren van Kunststofleidingen en hulpstukken. Voor de levering van betonnenbuizen heeft de gemeente een contract met Hamer (zie hoofdstuk 9 HIOR Purmerend).
Indien de leveringen niet via deze contracten open dienen ze te voldoen aan de eisen welke zijn gesteld bij het aanbesteden van deze contracten.

NB: Voor het hele hoofdstuk geldt dat alle ontwerpen en werkzaamheden ter goedkeuring voorgelegd dienen te worden aan de rioolbeheerder /waterbeheerder



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Technische eisen vrij verval rioleringInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpHoofdriool - Ontwerpeisen
Vorige versieHemelwaterriolen die uitstromen op oppervlaktewater dienen voorzien te zijn van een betonnen taluduitstroombak. Bij diameters >300 mm dient een taludbescherming van stampbeton te worden aangebracht.
Nieuwe versieHemelwaterriolen die uitstromen op oppervlaktewater dienen voorzien te zijn van een betonnen talud-uitstroombak. Bij diameters >300 mm dient een taludbescherming onder water van stampbeton te worden aangebracht.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Technische eisen vrij verval rioleringInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpHuisaansluitingen - Algemeen
Vorige versieHuisaansluitingen worden door de gemeente aangelegd vanaf het hoofdriool tot en met het erfgrens .
De huisaansluiting dient minimaal 20 cm boven polderpeil te worden aangelegd.
Nieuwe versieHuisaansluitingen worden door de gemeente aangelegd vanaf het hoofdriool tot en met de erfgrens of het ontstoppingsstuk.
De huisaansluiting dient minimaal 20 cm boven polderpeil te worden aangelegd.






HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Technische eisen vrij verval rioleringInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpDrainage - Eisen ontwatering
Vorige versieDrainage en DT- of IT-riool dienen bovenkant buis op polderpeil te worden aangelegd.
Nieuwe versieDrainage en DT- of IT-riool dienen bovenkant buis op polderpeil te worden aangelegd.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Technische eisen vrij verval rioleringUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpKolken - Trottoirkolken
Vorige versieTrottoirkolken afstemmen op de toe te passen band en uitvoeren in beton/gietijzer combinatie 1-delig of PP
Nieuwe versieTrottoirkolken afstemmen op de toe te passen band en uitvoeren in beton/gietijzer combinatie 1-delig of PP
  • De trottoirkolk dient passend te zijn op betreffende band en straatwerk;
  • De straatkolk dient passend te zijn in het toe te passen straatwerk gebaseerd op de steenmaat, bijvoorbeeld een kolk in een goot van kei-formaat stenen is 32cm breed (3x10,5)
  • Toe te passen holling in deksel van kolk afstemmen op de situatie, bijvoorbeeld een kolk in een molgoot heeft een holling van 3cm
  • De trottoirkolk uitvoeren in beton/ gietijzer combinatie 1-delig of PP;
  • De straatkolk uitvoeren in betongietijzer combinatie 1-delig of PP;
  • Het toepassen van PP-kolken kan alleen na goedkeuring van de rioolbeheerder;
  • Een kolk toepassen met zandvang van minimaal 20 liter;
  • De kolk dient te voldoen aan de optredende verkeersbelasting voor de betreffende situatie;
  • De breedte van toe te passen kolk dient minimaal 300mm te zijn;
  • De kolk toepassen met een links- en of rechtse aansluiting;
  • In overleg met de rioolbeheerder dient de keuze gemaakt te worden om de kolk met en/of zonder vergrendeling toe te passen;
  • Het toebehoren van de kolk dient vervangbaar en uitwisselbaar te zijn voor het beheer en onderhoud;
  • De toe te passen kolken voorleggen en ter goedkeuring van de rioolbeheerder en/of opdrachtgever;




HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Riolering - Technische eisen vrij verval rioleringUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpKolken - Straatkolken
Vorige versieStraatkolken uitvoeren in beton/gietijzer combinatie, 1-delig combinatie 1-delig met knevel Of PP.
Nieuwe versieStraatkolken uitvoeren in beton/gietijzer combinatie, 1-delig combinatie 1-delig met knevel Of PP.
  • De trottoirkolk dient passend te zijn op betreffende band en straatwerk;
  • De straatkolk dient passend te zijn in het toe te passen straatwerk gebaseerd op de steenmaat, bijvoorbeeld een kolk in een goot van kei-formaat stenen is 32cm breed (3x10,5)
  • Toe te passen holling in deksel van kolk afstemmen op de situatie, bijvoorbeeld een kolk in een molgoot heeft een holling van 3cm
  • De trottoirkolk uitvoeren in beton/ gietijzer combinatie 1-delig of PP;
  • De straatkolk uitvoeren in betongietijzer combinatie 1-delig of PP;
  • Het toepassen van PP-kolken kan alleen na goedkeuring van de rioolbeheerder;
  • Een kolk toepassen met zandvang van minimaal 20 liter;
  • De kolk dient te voldoen aan de optredende verkeersbelasting voor de betreffende situatie;
  • De breedte van toe te passen kolk dient minimaal 300mm te zijn;
  • De kolk toepassen met een links- en of rechtse aansluiting;
  • In overleg met de rioolbeheerder dient de keuze gemaakt te worden om de kolk met en/of zonder vergrendeling toe te passen;
  • Het toebehoren van de kolk dient vervangbaar en uitwisselbaar te zijn voor het beheer en onderhoud;
  • De toe te passen kolken voorleggen en ter goedkeuring van de rioolbeheerder en/of opdrachtgever;




HoofdstukNiveauWoonkernGebied
SpeelvoorzieningenInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOntwerpeisen - Speelelementen
Vorige versieAlle toegepaste speeltoestellen moeten voldoen aan het attractiebesluit. Het attractiebesluit is een algemene maatregel van bestuur op grond van de Wet op de gevaarlijke werktuigen. Het attractiebesluit is op 26 september 1996 gepubliceerd in het Staatsblad (nr. 474).
Nieuwe versieAlle toegepaste speeltoestellen moeten voldoen aan het Was2023. Besluit van 28 maart 2023, houdende vaststelling van regels met betrekking tot de veiligheid van attractie- en speeltoestellen (Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023)

Onderwerp - SubonderwerpOntwerpeisen - Speelelementen
Vorige versieNieuwe speeltoestellen moeten voorzien zijn van een chip, waarop de gegevens van het speeltoestel staan.
Nieuwe versieNieuwe speeltoestellen moeten voorzien zijn van een type plaatje, waarop de gegevens van het speeltoestel staan.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingStedenbouwkundig niveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOntwerprichtlijnen - Algemeen
Vorige versieDuurzaam, het ontwerp dient duurzaam, robuust en onderhoudsvriendelijk ingericht te zijn.
Klimaatbestendig en waterrobuust inrichten is vanaf 2021 onderdeel van het beleid. Binnen elk herinrichtings- en nieuwbouwproject wordt klimaatadaptatie meegenomen. De richtlijnen hiervoor zijn terug te vinden in Hoofdstuk…. Klimaatadaptatie

NB: Voor het hele hoofdstuk geldt dat alle ontwerpen en werkzaamheden ter goedkeuring voorgelegd dienen te worden aan de rioolbeheerder / waterbeheerder
Nieuwe versieDuurzaam, het ontwerp dient duurzaam, robuust en onderhoudsvriendelijk ingericht te zijn.
Klimaatbestendig en water robuust inrichten is sinds 2021 verplicht. Binnen elk herinrichtings- en nieuwbouwproject wordt klimaatadaptatie meegenomen. Hiervoor hanteert de gemeente de ‘Basisveiligheidsniveaus klimaatbestendige nieuwbouw’. Hierin staan vier klimaatadaptieve thema’s; wateroverlast, hitte, droogte en gevolgbeperking overstromingen. Per thema staan uitgangspunten en richtlijnen waaraan voldaan moet worden. De Basisveiligheidsniveaus die van toepassing zijn op de openbare ruimte zijn opgenomen in het HIOR, Hoofdstuk 2: Klimaatadaptatie.

NB: Voor het hele hoofdstuk geldt dat alle ontwerpen en werkzaamheden ter goedkeuring voorgelegd dienen te worden aan de rioolbeheerder / waterbeheerder



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingStedenbouwkundig niveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpDefinitie - Algemeen
Vorige versiePrimaire en secundaire watergang: alle watergangen met een afvoerende (afwaterende) of aanvoerende functie.
Nieuwe versiePrimaire en secundaire watergang: alle watergangen met een afvoerende (afwaterende), aanvoerende of waterbergende functie.

Onderwerp - SubonderwerpDefinitie - Algemeen
Vorige versieTertiair watergangen: lokale, ontwaterende functie.
Nieuwe versieTertiair watergangen: lokale, ontwaterende en waterbergende functie.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingStedenbouwkundig niveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpVerantwoordelijkheden - Algemeen
Vorige versieIn de zomer van 2009 is de overdracht van stedelijk water naar het Hoogheemraadschap bestuurlijk vastgesteld door de gemeente en het
Hoogheemraadschap, dit heeft ook betrekking op nieuw stedelijk water wanneer deze aan de gestelde voorwaarden voldoet.
Nieuwe versieNieuw stedelijk water wordt na aanleg overgedragen aan het hoogheemraadschap, wanneer deze aan gestelde voorwaarden voldoet.

Onderwerp - SubonderwerpVerantwoordelijkheden - Algemeen
Vorige versieHet Hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor het onderhoud van de primaire en secundaire watergangen, de gemeente voor de tertiaire watergangen.
Nieuwe versieDe verantwoordelijkheid aan de watergangen is vastgelegd in de Legger Wateren van het Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier.

Onderwerp - SubonderwerpVerantwoordelijkheden - Algemeen
Vorige versieDe initiatiefnemer informeert het Hoogheemraadschap vroegtijdig over een project of ontwikkeling en initieert een overleg m.b.t. de watertoets. Voor dit
overleg dient een vertegenwoordiger van de gemeente uitgenodigd te worden.
Nieuwe versieDe initiatiefnemer informeert het Hoogheemraadschap vroegtijdig over een project of ontwikkeling en initieert een overleg m.b.t. de watertoets. Voor dit overleg dient een vertegenwoordiger van de gemeente uitgenodigd te worden.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingStedenbouwkundig niveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpWaterberging - Algemeen
Vorige versieGemeente en hoogheemraadschap hanteren een waterbank om de overmaat of ondermaat van waterberging in stedelijk gebied bij te houden.
Nieuwe versieGemeente en hoogheemraadschap houden een lijst bij om de overmaat of ondermaat van waterberging per peilgebied in stedelijk gebied bij te houden.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpBouwrijp en woonrijp maken - Waterberging
Vorige versieHet percentage waterberging dient per plan nader te worden vastgesteld in overleg met het Hoogheemraadschap. Dit geldt voor een verhardingstoename van > 2000 m2. Tussen de 800 – 2000 m2 is het compensatiepercentage 10%
Nieuwe versieHet percentage waterberging dient per plan nader te worden vastgesteld in overleg met het Hoogheemraadschap.

Onderwerp - SubonderwerpBouwrijp en woonrijp maken - Waterberging
Vorige versieBij toename van het verhard oppervlak dient gerekend te worden met een compensatie in de vorm van oppervlaktewater. Hiervoor hanteert het hoogheemraadschap een percentage van de toename van het verhard oppervlak. Dit percentage is afhankelijk van het peilvak waarin de ontwikkeling plaatsvindt. E.e.a dient via de zogenaamde "watertoets" met het Hoogheemraadschap overeengekomen te worden.
Nieuwe versieBij toename van het verhard oppervlak dient gerekend te worden met een compensatie in de vorm van oppervlaktewater. Hiervoor hanteert het hoogheemraadschap een percentage van de toename van het verhard oppervlak. Dit percentage is afhankelijk van het peilgebied waarin de ontwikkeling plaatsvindt. E.e.a dient via de zogenaamde "watertoets" met het Hoogheemraadschap overeengekomen te worden.

Onderwerp - SubonderwerpBouwrijp en woonrijp maken - Waterberging
Vorige versieIndien hiervoor mogelijkheden aanwezig zijn dient al het hemelwater (tijdelijk) in het te bebouwen gebied geborgen te worden. Hiervoor dient een gedeelte van dit gebied ingericht te worden als open water.
Nieuwe versieIndien hiervoor mogelijkheden aanwezig zijn dient al het hemelwater (tijdelijk) in het te bebouwen gebied geborgen te worden. Hiervoor dient een gedeelte van dit gebied ingericht te worden als open water of alternatieve waterberging zoals wadi, waterplein, ondergrondse waterberging.

Onderwerp - SubonderwerpBouwrijp en woonrijp maken - Waterberging
Vorige versieBestaand water dat wordt gedempt moet 1 op 1 gecompenseerd worden.
Nieuwe versieBestaand water dat wordt gedempt moet direct 1 op 1 gecompenseerd worden.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpBouwrijp en woonrijp maken - Riolering
Vorige versieDe toe te passen gemalen dienen te voldoen aan de voorschriften van de gemeente (zie hoofdstuk 11 Riolering – Gemalen).
Nieuwe versieDe toe te passen rioolgemalen dienen te voldoen aan de voorschriften van de gemeente (zie hoofdstuk 11 Riolering – Gemalen).



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpBouwrijp en woonrijp maken - Afkoppelen
Vorige versieHet uitgangspunt binnen de gemeente is om aft e koppelen met een gescheiden stelsel, tenzij dit niet mogelijk is of in risico gebieden, oppervlakken met intensievere verkeersbewegingen of vervuilende activiteiten. In dat geval dient een alternatief aangeboden te worden aan de rioolbeheerder ter goedkeuring.

Hemelwater wordt zoveel mogelijk vastgehouden en hergebruikt in het plangebied.
Nieuwe versieHet uitgangspunt binnen de gemeente is om af te koppelen met een gescheiden stelsel, tenzij dit niet mogelijk is of in risico gebieden, oppervlakken met intensievere verkeersbewegingen of vervuilende activiteiten. In dat geval dient een alternatief aangeboden te worden aan de rioolbeheerder ter goedkeuring.

Hemelwater wordt zoveel mogelijk vastgehouden en hergebruikt in het plangebied.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpWaterlopen en watergangen - Profiel
Vorige versieWijzigingen in het profiel van de watergang zijn vergunningplichtig (bevoegd gezag: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) indien de watergang door het Hoogheemraadschap is aangemerkt als "watergang van overwegend belang".
Nieuwe versieWijzigingen in het profiel van de watergang zijn vergunningplichtig (bevoegd gezag: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) voor werkzaamheden in, onder, langs, op, bij of aan oppervlaktewater, waterkeringen en wegen in het beheer van het hoogheemraadschap en het aanleggen van ≥800 m² verharding is een watervergunning of ontheffing van het hoogheemraadschap nodig. Meer informatie over vergunningen en ontheffingen en het aanvragen daarvan kun je vinden op www.hhnk.nl

Onderwerp - SubonderwerpWaterlopen en watergangen - Profiel
Vorige versieDe gemeente Purmerend streeft naar een aangesloten netwerk van natuurlijk ingerichte watergangen (w.o. natuurvriendelijke oevers). Nieuwe watergangen of aanpassingen van bestaande watergangen dienen hierop aan te sluiten.
Nieuwe versieDe gemeente Purmerend streeft naar een aangesloten netwerk van natuurlijk ingerichte watergangen (w.o. natuurvriendelijke oevers). Nieuwe watergangen of aanpassingen van bestaande watergangen dienen hierop aan te sluiten langs openbare oevers.

Onderwerp - SubonderwerpWaterlopen en watergangen - Profiel
Vorige versieHet dimensioneren van watergangen dient te geschieden in overleg met gemeente en Hoogheemraadschap.
Nieuwe versieHet dimensioneren van watergangen en de inrichting daarvan dient te geschieden in overleg met gemeente en Hoogheemraadschap.

Onderwerp - SubonderwerpWaterlopen en watergangen - Profiel
Vorige versieBreedte op de waterlijn: minimaal 6,00 m, bij scherpe bochten, doodlopende stukken of niet doorvaarbare duikers 8 meter (zodat de maaiboot de bocht kan maken / kan keren)
Nieuwe versieBreedte op de waterlijn: minimaal 6,00 m, bij scherpe bochten, doodlopende stukken of niet doorvaarbare duikers 8 meter (zodat de maaiboot de bocht kan maken / kan keren) voorkeur heeft om 8-10 meter op te nemen als er sprake is van onderhoud met de maaiboot. Voor onderhoud vanaf de kant is 4-6 meter de gewenste maatvoering



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOnderhoudsvoorzieningen - Boothelling
Vorige versieIn waterlopen waar het onderhoud vanaf het water wordt uitgevoerd, dient per "pand" van de waterloop een boothelling aangelegd te worden van minimaal. 4m breed en helling 1:5 of flauwer.
Nieuwe versieIn waterlopen waar het onderhoud vanaf het water wordt uitgevoerd, dient per "pand" (pand = gedeelte tussen twee dammen/duikers van de waterloop) een boothelling aangelegd te worden van minimaal. 4m breed en helling 1:5 of flauwer. De plaats in overleg met het HHNK.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpOnderhoudsvoorzieningen - Maaiboottracé
Vorige versieMinimale lengte van een "pand" (gedeelte tussen twee dammen/duikers) van een watergang die vanaf het water wordt onderhouden bedraagt 200 m. Twee stukken van 100 meter verbonden met een vaarduiker (of doorvaarbare brug) mag dus ook. Maar per keer dat de boot te water gaat moet de lengte 200 meter zijn, meet is beter.
Nieuwe versieMinimale lengte van een "pand" (gedeelte tussen twee dammen/duikers) van een watergang die vanaf het water wordt onderhouden bedraagt 200 m. Twee stukken van 100 meter verbonden met een vaarduiker (of doorvaarbare brug) mag dus ook. Maar per keer dat de boot te water gaat moet de lengte bij voorkeur 500 meter zijn, meer is beter.

Onderwerp - SubonderwerpOnderhoudsvoorzieningen - Maaiboottracé
Vorige versieEisen m.b.t. de doorvaarbaarheid van duikers en bruggen:
• Doorvaartbreedte: minimaal 4,50 m. (eis van het HHNK is 2,5 meter)
• Waterdiepte: minimaal 0,90 m (eis van het HHNK)
• Doorvaarthoogte: minimaal 1,10 m
Nieuwe versieEisen m.b.t. de doorvaarbaarheid van duikers en bruggen:
• Doorvaartbreedte: minimaal 4,50 m. (eis van het HHNK is 2,5 meter)
• Waterdiepte: minimaal 0,90 m (eis van het HHNK)
• Doorvaarthoogte: minimaal 1,10 m



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpWadi's - Algemeen
Vorige versieWadi’s mogen niet gecombineerd of geïntegreerd worden met speelplekken.
Nieuwe versieWadi’s mogen niet gecombineerd of geïntegreerd worden met speelplekken dit in verband met het dichtlopen van de toplaag van de Wadi.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpUitvoeringseisen - Grondwaterontrrekking
Vorige versieDe aannemer is verantwoordelijk voor het bijhouden van meterstanden van grondwateronttrekking. De hoeveelheid onttrokken grondwater moet minimaal één keer per maand aan de toezichthouder van de gemeente worden doorgegeven. Aan het einde van het project moet de totale hoeveelheid onttrokken grondwater aan de toezichthouder van de gemeente worden overhandigd.
Nieuwe versieDe aannemer is verantwoordelijk voor het bijhouden van meterstanden van grondwateronttrekking. De hoeveelheid onttrokken grondwater moet minimaal één keer per maand aan de toezichthouder van de gemeente worden doorgegeven. Aan het einde van het project moet de totale hoeveelheid onttrokken grondwater aan de toezichthouder van de gemeente en het hoogheemraadschap worden overhandigd.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
WaterhuishoudingUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpUitvoeringseisen - Waterkering
Vorige versieVoor de vrijwaringszones (beschermingsniveau A en profiel van vrijeruimte zijn online in te zien in de legger veiligheid.
Nieuwe versieVoor de vrijwaringszones (beschermingsniveau A en profiel van vrijeruimte zijn online in te zien in de legger waterveiligheid.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Weginfrastructuur - VerhardingenInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpAlgemeen - Materiaalkeuze
Vorige versieMateriaal type en formaat kantopsluitingen: voor de meeste reguliere materiaaltypen behoeft er geen vooroverleg plaats te vinden met de wegbeheerder. Echter indien de materialen in de onderstreepte categorie vallen dient men dit vooraf te bespreken met de wegbeheerder welk daarna goedkeuring kan geven.

Kantopsluitingen altijd hol-dol:
Betonband: Trottoirband 13/15x25 cm
Betonband: Trottoirband 18/20x25 cm
Betonband: Trottoirband RWSband
Betonband: Trottoirband Geleideband 5/20x25 cm
Betonband: Inritband: 60x20x50 cm
Betonband: Inritband: 75x20x50 cm
Betonband: Inritperronband
Betonband: Opsluitband: 15x20 cm
Betonband: Opsluitband: 10x20 cm
Betonband: Opsluitband: Rijwielpadband 4/12x25 cm
Betonband: Stootband: 20x18 cm met haakse hoeken 1x rond
Betonband: Stootband: 20x18 cm met haakse hoeken 2x rond
Betonband: Busperronband
Betonband: Overige soorten (denk aan de hele brede banden, korte inritblokken, gazonbanden, stootbanden zonder haakse hoeken)
Natuursteenband: Alle soorten
Nieuwe versieMateriaal type en formaat kantopsluitingen: voor de meeste reguliere materiaaltypen behoeft er geen vooroverleg plaats te vinden met de wegbeheerder. Echter indien de materialen in de onderstreepte categorie vallen dient men dit vooraf te bespreken met de wegbeheerder welk daarna goedkeuring kan geven.

Kantopsluitingen altijd hol-dol:
Betonband: Trottoirband 13/15x25 cm
Betonband: Trottoirband 18/20x25 cm
Betonband: Trottoirband RWSband
Betonband: Trottoirband Geleideband 7/20x20 cm
Betonband: Inritband: 60x20x50 cm
Betonband: Inritband: 75x20x50 cm
Betonband: Inritperronband
Betonband: Opsluitband: 15x20 cm
Betonband: Opsluitband: 10x20 cm
Betonband: Opsluitband: Rijwielpadband 4/12x25 cm
Betonband: Stootband: 20x18 cm met haakse hoeken 1x rond
Betonband: Stootband: 20x18 cm met haakse hoeken 2x rond
Betonband: Busperronband
Betonband: Overige soorten (denk aan de hele brede banden, korte inritblokken, gazonbanden, stootbanden zonder haakse hoeken)
Natuursteenband: Alle soorten



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Weginfrastructuur - VerhardingenInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpParkeren - Langs parkeren
Vorige versieIndien het langs parkeren op gelijk niveau met het trottoir is dan geldt het volgende:
• Trottoir uitvoeren in dikke tegels 30 x 30 x 8 cm
• Trottoirband (geleideband) 7/15 x 20 cm toepassen. Overgang naar niet overrijdbare band uitvoeren met verloopbanden.
• Kolk toepassen die onderdeel uitmaakt van de trottoirband
Nieuwe versieIndien het langs parkeren op gelijk niveau met het trottoir is dan geldt het volgende:
• Trottoir uitvoeren in dikke tegels 30 x 30 x 8 cm
• Trottoirband (geleideband) 7/20x20cm toepassen. Overgang naar niet overrijdbare band uitvoeren met verloopbanden.
• Kolk toepassen die onderdeel uitmaakt van de trottoirband



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Weginfrastructuur - VerhardingenInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpFietspaden - Vrij liggende fietspaden met ingesloten verharding
Vorige versieOpbouw fietspad:

• Deklaag asfalt: AC 11 surf DL-C dik 3,5cm
• Kleur deklaag asfalt: buiten de bebouwde kom zwart, binnen de bebouwde kom rood (steenslag Tilrood, Kleurstof 5% IJzeroxide en zwarte bitumen)
• Onderlaag: AC 16 base OL-C dik 7cm
• Fundering: ongebonden menggranulaat 0/31,5 mm minimaal 25 cm
• Zandbed: zand minimaal 50 cm
• Profiel: op één oor.
• Dwarshelling: 2 %
• Afwatering: kantgoottegel 30 x 15 x 8 cm, stellen in specie op asfalt of op fundering van menggranulaat. Goottegel op zijn kop of zonder vellingkant aanbrengen. Indien het fietspad afwatert richting groen is het belangrijk dat de omliggende groenstroken op gelijke hoogte worden afgewerkt als de bovenkant van de onderlaag. De deklaag zal daarmee 3,5cm boven het naastgelegen groen uitkomen.
Nieuwe versieOpbouw fietspad:

• Deklaag asfalt: AC 11 surf DL-C dik 3,5cm
• Kleur deklaag asfalt: buiten de bebouwde kom zwart, binnen de bebouwde kom rood (steenslag Tilrood, Kleurstof 4% IJzeroxide en zwarte bitumen)
• Onderlaag: AC 16 base OL-C dik 7cm
• Fundering: ongebonden menggranulaat 0/31,5 mm minimaal 25 cm
• Zandbed: zand minimaal 50 cm
• Profiel: op één oor.
• Dwarshelling: 2 %
• Afwatering: kantgoottegel 30 x 15 x 8 cm, stellen in specie op asfalt of op fundering van menggranulaat. Goottegel op zijn kop of zonder vellingkant aanbrengen. Indien het fietspad afwatert richting groen is het belangrijk dat de omliggende groenstroken op gelijke hoogte worden afgewerkt als de bovenkant van de onderlaag. De deklaag zal daarmee 3,5cm boven het naastgelegen groen uitkomen.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Weginfrastructuur - VerhardingenUitvoeringsniveauAlle kernenGebiedsontsluitingswegen

Onderwerp - SubonderwerpOntwerpeisen - Algemeen
Vorige versieHet dimensioneren van gebiedsontsluitingswegen dient onderbouwd te worden door middel van een verhardingsadvies welke vooraf wordt besproken met de wegbeheerder welke daarna goedkeuring kan geven. Verhardingsadvies op basis van de gemeten of te verwachte intensiteiten van het wegvak. Groei vrachtverkeer is normaal gesproken 2%.
Nieuwe versie
  • Het dimensioneren van gebiedsontsluitingswegen dient onderbouwd te worden door middel van een verhardingsadvies welke vooraf wordt besproken met de wegbeheerder welke daarna goedkeuring kan geven. Verhardingsadvies op basis van de gemeten of te verwachte intensiteiten van het wegvak. Groei vrachtverkeer is normaal gesproken 2%.
  • Zorg er voor dat er in de deklaag altijd warm tegen warm gedraaid wordt, denk hier bij aan de middennaad maar ook de naad tussen bijvoorbeeld rood en zwart asfalt



Onderwerp - SubonderwerpOntwerpeisen - Algemeen
Vorige versieDe minimale ontwerplevensduur van de onderliggende lagen, inclusief fundering, dient 50 jaar te bedragen.
Nieuwe versieDe minimale ontwerplevensduur van de onderliggende lagen, inclusief fundering, dient 50 jaar te bedragen. Gebruik een betrouwbaarheidspercentage in de berekening van 85%.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Weginfrastructuur - VerhardingenUitvoeringsniveauAlle kernenGebiedsontsluitingswegen

Onderwerp - SubonderwerpVerhardingsopbouw - Algemeen
Vorige versieOpbouw aanliggende fietsstrook:
• Houdt altijd dezelfde opbouw aan als de aanliggende hoofdrijbaan de fietsstrook onderscheidt zich alleen in kleur (steenslag en keurstof).
• Kleur deklaag: rood
• Toeslag: (steenslag Tilrood, Kleurstof 5% IJzeroxide en zwarte bitumen)
• Pas op kruisingsvlakken met zwaar wringend (bus)verkeer altijd zwart asfalt toe. Indien er fietsstroken nodig zijn op deze kruising worden dit middels coating aangebracht.
Nieuwe versieOpbouw aanliggende fietsstrook:
• Houdt altijd dezelfde opbouw aan als de aanliggende hoofdrijbaan de fietsstrook onderscheidt zich alleen in kleur (steenslag en keurstof).
• Kleur deklaag: rood
• Toeslag: (steenslag Tilrood, Kleurstof 4% IJzeroxide en zwarte bitumen)
• Pas op kruisingsvlakken met zwaar wringend (bus)verkeer altijd zwart asfalt toe. Indien er fietsstroken nodig zijn op deze kruising worden dit middels coating aangebracht.

Onderwerp - SubonderwerpVerhardingsopbouw - Algemeen
Vorige versieWees zeer terughoudend met het toepassen van Streetprint n verband met verhoogde geluidsbelasting. Belangrijk is dat voor het toepassen de geluidseffecten worden onderzocht en in overleg met de wegbeheerder worden afgestemd.
Nieuwe versieWees zeer terughoudend met het toepassen van Streetprint in verband met verhoogde geluidsbelasting. Belangrijk is dat voor het toepassen de geluidseffecten worden onderzocht en in overleg met de wegbeheerder worden afgestemd.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Weginfrastructuur - VerhardingenUitvoeringsniveauAlle kernenGebiedsontsluitingswegen

Onderwerp - SubonderwerpVerkeersgeleiders - Algemeen
Vorige versieOpbouw geleider standaard:
• Deklaag: AC 16 bind dik 6cm voorzien van slijtlaag.
• Kleur deklaag: zwart.
• Slijtlaag: Split 2-4 mm
• Fundering: uitvullen geleider met ongebonden menggranulaat of betongranulaat 0/31,5 mm
• Zandbed: Boven op fundering rijbaan
• Opsluiting: RWS band
Indien er een lichtmast in de verkeersgleider staat dient u aanvullend:
• Een sparingstegel 15x30 (2st) rondom de lichtmast aan te brengen, sparingstegel afstemmen op maat van de lichtmast.
• De kabel in een mantelbuis te leggen
Opbouw geleider VRI (verkeersgeleiders waarin masten en/of kabels en leiding voor verkeersregelinstallaties liggen) :
• Betonstraatsteen keiformaat. Waarbij de steen op zijn kop wordt aangebracht.
• Kleur steen: heidepaars
• Fundering: zand
• Opsluiting: RWS band
• Overgebleven voegen invegen met een voegmortel welke onkruid werend
Nieuwe versieOpbouw geleider standaard welke niet voorzien kunnen worden van beplanting (smaller dan 3m of zichthoeken):• Deklaag: AC 16 bind dik 6cm voorzien van slijtlaag.
• Kleur deklaag: zwart.
• Slijtlaag: Split 2-4 mm
• Fundering: uitvullen geleider met ongebonden menggranulaat of betongranulaat 0/31,5 mm
• Zandbed: Boven op fundering rijbaan
• Opsluiting: RWS band
Indien er een lichtmast in de verkeersgleider staat dient u aanvullend:
• Een sparingstegel 15x30 (2st) rondom de lichtmast aan te brengen, sparingstegel afstemmen op maat van de lichtmast.
• De kabel in een mantelbuis te leggen
Opbouw geleider VRI (verkeersgeleiders waarin masten en/of kabels en leiding voor verkeersregelinstallaties liggen) :
• Betonstraatsteen keiformaat. Waarbij de steen op zijn kop wordt aangebracht.
• Kleur steen: heidepaars
• Fundering: zand
• Opsluiting: RWS band
• Overgebleven voegen invegen met een voegmortel welke onkruid werend



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Weginfrastructuur - VerkeerstechniekInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpWegeninfrastructuur - Algemeen
Vorige versieDe wegenstructuur van Purmerend wordt weergegeven in bijlage 200
Nieuwe versieDe wegenstructuur van Purmerend wordt weergegeven in bijlage 18

Onderwerp - SubonderwerpWegeninfrastructuur - Algemeen
Vorige versieDe wegenstructuur van Beemster wordt weergegeven in bijlage 201
Nieuwe versieDe wegenstructuur van Beemster wordt weergegeven in bijlage 18



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Weginfrastructuur - VerkeerstechniekInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpFietspadenstructuur - Algemeen
Vorige versieDe fietspadenstructuur van Purmerend wordt weergegeven in bijlage202.
Nieuwe versieDe fietspadenstructuur van Purmerend wordt weergegeven in bijlage 18.

Onderwerp - SubonderwerpFietspadenstructuur - Algemeen
Vorige versieDe fietspadenstructuur van Beemster wordt weergegeven in bijlage 203.
Nieuwe versieDe fietspadenstructuur van Beemster wordt weergegeven in bijlage 18.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Weginfrastructuur - VerkeerstechniekInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpVoetgangersinfrastructuur - Oversteekpunt
Vorige versieZebrapaden mogen alleen worden toegepast op/ bij rotondes binnen de bebouwde kom. Zebrapaden elders kunnen uitzonderlijk aangelegd worden na afstemming met afdeling verkeer.
Nieuwe versieZebrapaden mogen alleen worden toegepast op/ bij rotondes binnen de bebouwde kom. Zebrapaden elders kunnen uitzonderlijk aangelegd worden na afstemming met afdeling verkeer. Aan de hand van de Leidraad Zebrapaden in Purmerend, gebaseerd op bestaand beleid (Verkeer en Vervoersplan Purmerend 2016 en GVVP Beemster 2014) en de landelijke richtlijnen van het CROW, kan worden bepaald of een zebrapad(nieuw of bestaand) wenselijk is en voldoende verkeersveiligheid biedt. De leidraad is te vinden in bijlage 18.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Weginfrastructuur - VerkeerstechniekInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpParkeren - Parkeren en parkeernormen
Vorige versieHet beleid ten aanzien van parkeren en parkeernormen is vastgelegd in bijlage 205.
Nieuwe versieHet beleid ten aanzien van parkeren en parkeernormen is vastgelegd in bijlage 18.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Weginfrastructuur - VerkeerstechniekInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpParkeren - Loopafstanden
Vorige versieHet beleid ten aanzien van acceptabele loopafstanden tot parkeren is vastgelegd in bijlage 205.
Nieuwe versieHet beleid ten aanzien van acceptabele loopafstanden tot parkeren is vastgelegd in bijlage 18.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Technische Installaties Openbare RuimteStedenbouwkundig niveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpAlgemeen - Toepassing
Vorige versieHet gebruik van Installaties in de openbare ruimte dient te zijn afgestemd op de behoefte. De noodzaak moet onderbouwd worden. Overbodige installaties en / of aansluitingen moeten voorkomen worden en bestaande overbodige installaties dienen in overleg met het team Beheer van de afdeling Techniek & Civiel verwijderd te worden.
Nieuwe versieHet gebruik van Installaties in de openbare ruimte dient te zijn afgestemd op de behoefte. De noodzaak moet onderbouwd worden. Overbodige installaties en / of aansluitingen moeten voorkomen worden en bestaande overbodige installaties dienen in overleg met de afdeling Beheer & Onderhoud verwijderd te worden.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Technische Installaties Openbare RuimteInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpPlaatsing - Beweegbare bruggen
Vorige versieHet ontwerp van de brug moet in de 1e plaats een functioneel zijn. Functionaliteit en gebruiksgemak gaat dus voor vormgeving.
Nieuwe versieHet ontwerp van de brug moet in de 1ste plaats een functioneel zijn. Alle aan onderhoud onderhevige elektrische en mechanische onderdelen dienen goed bereikbaar te zijn.

Onderwerp - SubonderwerpPlaatsing - Beweegbare bruggen
Vorige versieHet ontwerp van de installatie van de brug dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de afdeling Techniek & Civiel.
Nieuwe versieHet ontwerp van de installatie van de brug dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de afdeling Beheer en Onderhoud.

Onderwerp - SubonderwerpPlaatsing - Beweegbare bruggen
Vorige versieHet ontwerp van de installatie dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de afdeling Techniek & Civiel en dient geaccordeerd en getekend te worden door de installatiebeheerder.
Nieuwe versieHet ontwerp van de installatie dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de afdeling Beheer en Onderhoud en dient geaccordeerd en getekend te worden door de installatiebeheerder.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Technische Installaties Openbare RuimteUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpTechnische eisen - Straatkast
Vorige versieTegen onkruid vorming bij de kast wordt er rond elke geplaatste kast minimaal 1 rij tegels geplaatst, vastgezet met een opsluitband.
Nieuwe versie
Tegen onkruidvorming bij de kast wordt er rondom de kast, indien deze rondom niet in de verharding staat, een tegelplateau te worden aangebracht. Dit tegelplateau is aan de achterzijde en aan de zijkanten van de kast minimaal 1 tegel diep (min 30cm). Aan de voorzijde dienen zoveel tegels aangebracht te worden als de kastdeuren in geopende stand diep zijn over de volledige breedte van de kast.

Onderwerp - SubonderwerpTechnische eisen - Straatkast
Vorige versieDe kast dient te worden verdeeld in twee gescheiden compartimenten, elk met een eigen deur: de meter opstellingsruimte voor het stroom leverend bedrijf en de schakelkastruimte. De compartimenten dienen middels een roestvaststalen wand te zijn gescheiden. De achterwand van de ruimte voor het stroom leverend bedrijf dient te worden voorzien van een hechthouten achterwand van minimaal 22 mm dik. De meteropstellingsruimte afsluiten middels voorschriften van het stroom leverend bedrijf.
Nieuwe versieDe kast dient te worden verdeeld in twee gescheiden compartimenten, elk met een eigen deur: de meter opstellingsruimte voor de netwerkbeheerder en de schakelkastruimte. De compartimenten dienen doormiddel een roestvaststalen wand te zijn gescheiden. De achterwand van de ruimte voor de netwerkbeheerder dient te worden voorzien van een hechthouten achterwand van minimaal 22 mm dik. De meteropstellingsruimte afsluiten doormiddel de voorschriften van de netwerkbeheerder.

Onderwerp - SubonderwerpTechnische eisen - Straatkast
Vorige versieAan de binnenzijde van de deur dient een stevig opberg vak voor tekeningen en bedieningsvoorschriften aanwezig te zijn.
Nieuwe versieAan de binnenzijde van de deur dient een stevig opberg vak voor tekeningen en bedieningsvoorschriften aanwezig te zijn.
Daarbij dienden de tekeningen in een met rits afsluitbare hoes te worden geplaatst.



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Technische Installaties Openbare RuimteUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpTechnische eisen - Schakelkast
Vorige versieVoor de soepele bedrading in de schakelkast dient de volgende kleurcodering te worden aangehouden:
• Stuurstroom fase - bruin
• Stuurstoom nul - blauw
• Stuurstroom schakeldraden - zwart
• Aarde - geel/ groen
• 24 V - grijs/ wit
• 400 V – zwart
• Signalering - grijs/ wit
Nieuwe versieVoor de soepele bedrading in de schakelkast dient de volgende kleurcodering te worden aangehouden:
• Stuurstroom fase - bruin
• Stuurstoom nul - blauw
• Stuurstroom schakeldraden - zwart
• Aarde - geel/ groen
• 24 V - grijs/ witDe aders van soepele bedrading dient altijd te worden voorzien van adereindhulzen.
• 400 V – zwart
• Signalering - grijs/ wit



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Technische Installaties Openbare RuimteUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpTechnische eisen - Schakelkast beweegbare bruggen
Vorige versieVoor de soepele bedrading in de schakelkast dient de volgende kleurcodering te worden aangehouden:
• Stuurstroom fase - bruin
• Stuurstoom nul - blauw
• Stuurstroom schakeldraden - zwart
• Aarde - geel/ groen
• 24 V - grijs/ wit
• 400 V – zwart
• Signalering - grijs/ wit
Nieuwe versieVoor de soepele bedrading in de schakelkast dient de volgende kleurcodering te worden aangehouden:
• Stuurstroom fase - bruin
• Stuurstoom nul - blauw
• Stuurstroom schakeldraden - zwart
• Aarde - geel/ groen
• 24 V - grijs/ witDe aders van soepele bedrading dienen altijd te worden voorzien van adereindhulzen.
• 400 V – zwart
• Signalering - grijs/ wit



HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Technische Installaties Openbare RuimteUitvoeringsniveauAlle kernenAlle gebieden

Onderwerp - SubonderwerpTechnische eisen - Besturing beweegbare bruggen
Vorige versieDe brug dient over een eigen windmeter te beschikken die de besturing blokkeert als de windsnelheid boven windkracht 6 komt.
Nieuwe versieDe brug dient over een eigen windmeter te beschikken die de besturing blokkeert als de windsnelheid boven windkracht 5 Bft komt.





Verwijderd

HoofdstukNiveauWoonkernGebied
Ondergrondse infrastructuurInrichtingsniveauAlle kernenAlle gebieden
Onderwerp - SubonderwerpOrdening en tracébepaling - Horizontale ligging
Vorige versieRiool aan weerszijde van de weg as.